Toon Brouwers

Hij promoveerde tot doctor in de rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven, studeerde in 1966-67 ''Theaterwissenschaft'' aan de Universität Wien (Oostenrijk), volgde een acteursopleiding aan het Koninklijk Conservatorium te Antwerpen (eerste prijs toneel 1970, hoger diploma voordracht 1972) en werd licentiaat (master) in de theaterwetenschap ('drama en theater', Universiteit Gent). Van 1970 tot 1991 was hij dramaturg bij de ''Koninklijke Nederlandse Schouwburg'' te Antwerpen, en van 1991 tot 1995 directeur van de theaterschool Studio Herman Teirlinck, waar hij onder meer Jan Decleir als 'artistiek leider' engageerde. Toen deze kunsthogeschool in 1995 bij de fusie van de hogescholen in Vlaanderen ophield te bestaan (de opleidingen werden ondergebracht en samengevoegd met de theateropleiding van het Antwerpse Conservatorium) werd Brouwers in januari 1996 hoogleraar aan de ''Artesis-Hogeschool'' Antwerpen (van 2013 af Artesis-Plantijn Hogeschool) waar hij aan de departementen Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en Koninklijk Conservatorium onder meer theatergeschiedenis, dramaturgie en theateranalyse doceerde, en actief was op het gebied van het onderzoek over en in de dramatische kunst. Tussendoor was hij ook nog actief als acteur voor theater, film en televisie. Verder was hij medestichter en medewerker van verscheidene theatergroepen en -instellingen, zoals het Nieuw Vlaams Theater (Antwerpen 1972), het Raamtheater (Antwerpen 1978), de beroepsvereniging voor toneelkunstenaars BETON (1987) en het Vlaams Theater Instituut (Brussel 1984). Hij publiceerde enkele honderden artikels over theater, onder meer in het tijdschrift ''Documenta'' en in het maandblad ''De Scène'' waarvan hij vele jaren hoofdredacteur was. Verder schreef hij essays over onder meer het Jeugdtheater, de geschiedenis van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg / Het Toneelhuis, de theateropleidingen te Antwerpen, en over de regisseur Walter Tillemans en de actrice Jet Naessens. Aan diverse wetenschappelijke publicaties verleende hij zijn medewerking, onder meer aan enkele encyclopedieën. Hij was ook recensent voor het bibliografisch tijdschrift ''De Leeswolf''. Als literair auteur schreef hij een aantal toneelstukken en scenario’s, vertaalde en bewerkte hij een twintigtal toneelstukken voor diverse beroepsgezelschappen. Hij publiceerde gedichten in diverse literaire tijdschriften en gaf vier dichtbundels uit. Als essayist schreef hij meerdere boeken en honderden artikels over uiteenlopende theateronderwerpen. In 2014 publiceerde hij ''Antwerpen Theaterstad'' (Leuven, uitgeverij LannooCampus): een standaardwerk over de geschiedenis van het theater in Antwerpen in al zijn vormen (toneel, jeugdtheater, poppentheater, opera, dans & ballet, etc.), van de Tweede Wereldoorlog tot het begin van de een en twintigste eeuw. Door Wikipedia aangeleverd