190: Archief van Jules Black
De archieven van J. Black schetsen zijn syndicale loopbaan, zijn politiek engagement en vormen een aanvulling bij de archieven van de CMB. Naast informatie over de interne werking van de CMB, vinden wij bovendien veel informatie over de interne communistische activiteiten van de Centrale. De precair...
Saved in:
| Raadpleegbaarheid: | Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris. |
|---|---|
| Reference code: | 190 |
| Level of description: | archief |
| By: | |
| Date: | 1945-1988 |
| Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
| Summary: | De archieven van J. Black schetsen zijn syndicale loopbaan, zijn politiek engagement en vormen een aanvulling bij de archieven van de CMB. Naast informatie over de interne werking van de CMB, vinden wij bovendien veel informatie over de interne communistische activiteiten van de Centrale. De precaire positie van Black, tussen de socialistische meerderheid en de stalinistische directie van de KP, is duidelijk gedocumenteerd. Daarnaast bevatten de archieven veel informatie over de belangrijkste acties van de CMB: de staking van 1957, de staking van 1960-1961 en de gevolgen hiervan. |
|---|---|
| Date: | 1945-1988 |
| Physical description: | [0,33 strekkende meter] |
| Notes: | Biografie: Jules Black (Wattrelos 1906 – Evere 1997) volgde les in de industriële hogeschool te Mons. Na zijn studies werd hij scheikundige bij CBR. Om te ontsnapppen aan de werkloosheid, engageerde hij zich van 1930 tot 1933 in de mijnen van Katanga in Belgisch Congo. Terug in België werkte hij van 1934 tot 1944 als scheikundige bij Forges et Laminoirs de Clabecq. Apolitiek was hij wel actief in de clandestiene syndicale beweging en werd een militant van het Comité de Lutte Syndicale (CLS). Onder de indruk van de acties van de communistische militanten trad hij toe tot de Kommunistische Partij van België (KPB). Bij de bevrijding werd hij naar Brussel geroepen om de CLS te structureren. Als hoofd van het Syndicat Unique des Métaux (SU), werd hij nationaal secretaris van de Centrale der Metaalbewerkers van België (CMB) in 1945. In de periode van de koude oorlog echter werd hij gewantrouwd wegens zijn communistische overtuigingen en werd hij geïsoleerd van de CMB-leiding. Wegens zijn kritiek op de syndicale politiek van de Kommunistische Partij (KP), werd hij ook door de leiding van deze partij scheef bekeken. Hij verscheen in 1952 voor de controlecommissie van de KP, en verliet deze partij in 1955. Hij nam deel aan de verschillende acties van de CMB, de Koningskwestie, de staking van 1957, staking van 1960-1961 en hij hield zich bezig met de kleine en middelgrote ondernemingen en met de organisatie van de onderlinge vergaderingen. In 1961 weigerde hij toe te treden tot het Mouvement Populaire Wallon (MPW), en verzette hij zich tegen de federalistische stroming. In die periode van interne crisis, vertegenwoordigde hij samen met Gust Wallaert de CMB in het bestuur van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV). Toen in 1963-1964 een akkoord werd afgesloten om een nieuw nationaal secretariaat op te richten, aanvaardde hij om op 58-jarige leeftijd op pensioen te gaan. Zo kwam er een einde aan zijn woelige syndicale carrière. |