253: Archief van Guy Vanschoenbeek

Zijn archief kan ingedeeld worden in drie stukken. Eerst zijn er de dossiers en briefwisseling met betrekking tot zijn geschiedenisonderzoek: projecten over deelthema's, over personen,...voorbereidingen van publicaties, en van zijn doctoraat. Een tweede deel bevat de politieke dossiers over rec...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris.
Reference code:253
Level of description:archief
By: Vanschoenbeek, Guy
Date:1880-1997
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Zijn archief kan ingedeeld worden in drie stukken. Eerst zijn er de dossiers en briefwisseling met betrekking tot zijn geschiedenisonderzoek: projecten over deelthema's, over personen,...voorbereidingen van publicaties, en van zijn doctoraat. Een tweede deel bevat de politieke dossiers over recente politieke en sociale evoluties die Vanschoenbeek op de voet volgde, en waarover hij ook stelling innam: tenslotte werden de publicaties zelf in een derde deel verzameld. Daarnaast is er nog een zeer omvangrijke bibliotheek en enkele iconografische stukken. Bij de verwerking werden een aantal documenten niet behouden: fotocopies van boeken en archiefstukken die in het Amsab aanwezig zijn en notities over opzoekingen.
Date:1880-1997
Physical description:[1,98 strekkende meter]
Notes:[In 2007 werd nog een tweede deel achteraan aan de stortingslijst toegevoegd.]
***********
Gedeponeerde archieven van Gust Wallaert en Julien Vanderhaeghen werden apart beschreven.
***********
Biografie: De historicus Guy Vanschoenbeek (Halen, 1953 – Gent, 1996) had een uitgesproken belangstelling voor de geschiedenis van de arbeidersbeweging. Na een kandidatuur in de rechten aan de Gentse universiteit, volgde hij de opleiding geschiedenis, richting Hedendaagse, waarin hij afstudeerde als licentiaat in 1978 met een onderzoek over de Socialistische Jonge Wacht in de periode 1886-1914. Hij bestudeerde dezelfde periode verder voor zijn doctoraatsverhandeling over de Gentse socialisten, welke hij beëindigde in 1992. Meteen was hij één van de specialisten op het gebied van de geschiedenis van de socialistische beweging in Vlaanderen. Zijn interesse werd gevoed door de hernieuwde belangstelling voor sociale geschiedenis in de jaren 1960. Voor die nieuwe generatie historici en politieke geïnteresseerden was de visie op het ontstaan van de BWP van kapitaal belang: was die beweging oorspronkelijk revolutionair, was of werd de partij sociaal-democratisch, en waarom? Reeds in 1977 nam Vanschoenbeek stelling in deze materie met het verwerpen van de door André Mommen vooropgestelde verklaring van de rol van de arbeidersaristocratie. De problematiek liet hem niet los: binnenkort verschijnt postuum een globaliserend wetenschappelijk artikel in het Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis. Een ideologische benadering van de geschiedenis van de arbeidersbeweging vond hij te eng, voor de studie van wat hij – naar Rudolf Bahro – de reëel bestaande sociaal-democratie noemde zocht hij heil in de proposografische benadering.