283/1.6: Deelname aan activiteiten van andere organisaties
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris. |
---|---|
Reference code: | 283/1.6 |
Level of description: | reeks |
By: | |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | - |
---|---|
Notes: | Biografie: In navolging van het succes van lokale vrouwenmutualiteiten, werden op 12 april 1922 in de schoot van het NVSM de Socialistische Vooruitziende Vrouwen (SVV) opgericht. De mutualiteit bleek immers het beste middel om vrouwen warm te maken voor de socialistische beweging. Vanuit deze nationaal coördinerende instantie werden de federaties aangespoord vrouwenmutualiteiten in te richten. In de provincie West-Vlaanderen werd de SVV in 1932 federaal georganiseerd. Aanvankelijk leidde zij een onafhankelijk bestaan naast de Provinciale Federatie van Socialistische Mutualiteiten. Pas bij de invoering van de verplichte ziekteverzekering in 1945, ging de SVV als primaire kas deel uitmaken van die federatie. Toen deze in 1968 ten gevolge van aanslepende interne problemen opgesplitst werd in een federatie voor Zuid en Midden West-Vlaanderen en een voor Brugge-Oostende, was het dan ook logisch dat de SVV volgde. De splitsing zou de SVV geen windeieren leggen. De nieuwe federale secretaresse, Colette Liagre, stelde alles in het werk om van de SVV een dynamische beweging te maken die aansluiting vond bij het opkomende neofeminisme van die tijd. De activiteiten van de SVV situeerden zich op verschillende terreinen. Zo stond zij in voor de Familiale Onderlinge Hulp, waarvoor zij onder meer opleidingscursussen voor gezinshelpsters organiseerde. Verder werden binnen het kader van de Huishoudelijke en Familiale Beroepsleergangen opleidingen snit en naad ingericht. Traditioneel kreeg ook het kind een ruime aandacht binnen de SVV. Concreet gebeurde dit via de Kinderwerken die instonden voor pre- en postnatale raadplegingen en via de organisatie van kindervakanties. Naast de meer mutualiteitsgebonden activiteiten, was er voor de SVV ook een belangrijke taak als sociaal-culturele vereniging weggelegd. Op dat vlak was er in 1968 werk aan de winkel. De lokale afdelingen moesten af van hun oubollig imago en dienden meer aandacht te schenken aan vorming rond actuele thema's. Om dit te bewerkstellingen werd samen met de lokale bestuursleden een werkcomité opgericht. Ondanks het aanvankelijke scepticisme, zou men er mede dankzij de inzet van de federale secretaresse in slagen om de activiteiten op een hoger peil te brengen. Thema's als vrouw en politiek, gezinsplanning, anticonceptie, werkloosheid, e.a. kregen ruime aandacht tijdens studie- en vormingsdagen. |