270/00030: Verslagen over de financiële en boekhoudkundige toestand op 30 september 1971
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris. |
---|---|
Reference code: | 270/00030 |
Level of description: | stuk |
By: | |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | - |
---|---|
Notes: | Biografie: In Ronse, tijdens de 19de eeuw een belangrijk centrum in de textielindustrie, kwam de uitbouw van een socialistische coöperatie pas na drie pogingen definitief van de grond. Het eerste initiatief kwam er op 12 december 1896 met de oprichting van La Fraternelle, “une société coopérative destinée à créer des établissements pour fournir à ses membres, aux meilleurs conditions de qualité et de prix, des denrées alimentaires et marchandises de consommation usuelle”. Op 18 maart 1897 werd ze echter al ontbonden en heropgericht onder dezelfde naam. Zoals dat met de meerderheid van de Vlaamse steden het geval was, zou het de Gentse Vooruit geweest zijn die in Ronse de eerste arbeiders tot samenwerken inspireerde. Karel Beerblock kwam er op de stichtingsvergadering, vanuit de ervaringen die in Gent waren opgedaan, de werking en de voordelen van een coöperatieve bakkerij uitleggen. Het bakken van brood werd zo de eerste en voornaamste doelstelling van de maatschappij. Daartoe werd nog in 1897 een huizencomplex aangekocht in de Beukenlaan, waar bovendien nog lokalen werden ingericht om er andere groepen zoals de Textielverenigingen en de Socialistische Jonge Wacht een onderdak te bieden. In 1901 startte men er eveneens een kruidenierswinkel. Het gebouw in de Beukenlaan werd echter snel te klein en in 1908 week het volkshuis en de bakkerij uit naar een groter pand in de Olifantstraat. In de Beukenlaan bleef enkel nog de kruidenierswinkel overeind. In 1912 volgde nog de inhuldiging van een nieuw gebouw in de Kruisstraat waar een tweede volkshuis en kruidenierswinkel werden in gevestigd. Na de Eerste Wereldoorlog verplaatste de coöperatie haar zetel naar de Jozef Ferrantstraat. De commerciële toestand moet in de daaropvolgende jaren niet bepaald schitterend geweest zijn want op de algemene vergadering van 21 maart 1921 besliste men om de duur van de maatschappij met één jaar te verlengen en een wijziging in de statuten aan te brengen die het mogelijk maakte om nog vóór het verstrijken van deze termijn de boeken te kunnen sluiten. Zo gebeurde ook op 18 maart 1923 met de definitieve ontbinding en de overdracht van alle activa en passiva naar een nieuw op te richten vennootschap. Die nieuwe vennootschap werd nog geen twee maanden later, op 17 mei 1923, gesticht, maar nu onder de tweetalige naam De Verbroedering (La Fraternelle). De maatschappelijke zetel bleef in de Jozef Ferrantstraat. De eerste beheer-raad was samengesteld uit Eugène Soudan, Joseph Dumont, Adolphe Demets, Raymond Blois en Henri Dejonghe. In de verdere jaren 1920 breidde de maatschappij onophoudelijk haar handelsactiviteiten en actieradius uit. De zetel verhuisde in 1925 naar de Statiestraat, waar op 17 oktober het Feestpaleis werd ingehuldigd. Een hoogtepunt bereikte de Verbroedering in 1932, toen ze met haar bakkerij, cinema, 11 winkels en 8 volkshuizen een groot aantal gemeenten in het arrondissement bediende. Ook het aantal personeelsleden, 40 in 1932, zou ze nadien nooit meer bereiken. De economische crisis belette een verdere uitbreiding en naar het eind van de jaren 1930 toe was het zakencijfer fors gedaald. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leek de toestand er nog verder op te verslechteren. In eerste instantie leidden de oorlogsomstandigheden tot moeilijkheden om de buiten Ronse gelegen winkels te bevoorraden, zodat in september 1940 beslist werd om deze te verhuren. Intussen zag bestuurder (tevens waarnemend burgemeester van Ronse in afwezigheid van Eugène Soudan ) Ephrem Vanden Eede zich verplicht om zich te laten vervangen door bestuurder Decock van zustercoöperatie Het Volksrecht Kortrijk. In tweede instantie zag men zich verplicht om alle niet-winstgevende afdelingen van de hand te doen. Zo werden in 1941-1942 enkele eigendommen en gronden verkocht en beschikte men opnieuw over voldoende kapitaal om de oude spaarders te beginnen terugbetalen. Maar ook de bezetter zorgde voor moeilijkheden. Tussen juli en september 1941 werd het Feestpaleis door de Feldgendarmerie opgeëist en in december weigerde men lokalen ter beschikking te stellen van de Unie der Hand- en Geestesarbeiders. Bovendien moest de coöperatie de cinema noodgedwongen verhuren aan een privé-uitbater en tussen kerstmis 1943 en februari 1944 moest ze zelfs sluiten als maatregel tegen de aanslag op oorlogsburgemeester Vindevogel. In maart 1943 werd bestuurder Decock vervangen door Joseph Cornelissen, die vanuit Brussel overkwam van de Société Générale Coopérative (SGC). Na de bevrijding zag de coöperatie haar financiële toestand geleidelijk verbeteren, hoewel ze nog altijd een zware lening- en hypotheeklast had. Onder voorzitter Georges Ockerman werden de spaarders verder uitbetaald en werd in 1946 een huis aangekocht in de Lange Haagstraat, waarin de winkel van de Kruisstraat werd overgebracht. De zes winkels in Ronse telden ongeveer 1600 cliënten en noteerden een gemiddelde maandverkoop van 100 fr. per cliënt. De bakkerij produceerde in 1946 159.084 kgr. brood, zowat het jaarlijks verbruik voor 1472 personen. Op de algemene vergadering van 1947 klonk de beheerraad vooral ontstemd over het geringe aantal trouwe coöperateurs. Het getal van 1600 cliënten en 646 ingeschreven aandeelhouders in 1946 lag erg laag vooral als men weet dat Ronse toen ruim 25.000 inwoners telde en dat bij de gemeenteraadsverkiezingen de socialisten 6600 stemmen behaalden. Bij die stemmen waren nog niet eens de huismoeders vertegenwoordigd. Overigens begon de propaganda zich meer en meer op deze doelgroep te richten. In 1950 werd grond aangekocht in de volkswijk Stookt. Het jaar daarop opende men er een nieuwe winkel en een café en begon men met de bouw van een nieuwe winkel in de Beukenlaan. Op 1 januari 1952 droeg de coöperatie de exploitatie van de cinema over aan de vzw Volksontwikkeling. De Verbroedering, die in Ronse nog 8 winkels en 3 volkshuizen uitbaatte, zag haar werking in de tweede helft van de jaren 1950 verder bemoeilijkt. De alarmbel werd niet alleen geluid in de bakkerij maar ook in de kruidenierswinkels, die vanaf 1954 af te rekenen hadden met de vestiging van een eerste grootwarenhuis in de stad. Grootste zorgenkind werd nog de uit 1925 daterende cinema. De opkomst van de televisie, technische omwentelingen en een groeiende concurrentie vanwege de vier overige zalen in Ronse, maakte een grondige opknapbeurt noodzakelijk. De algemene achteruitgang leidde uiteindelijk in 1960 tot de afdanking van bestuurder Cornelissen. In april van dat jaar trachtte men het tij te kunnen keren met een belangrijke beslissing: een samenwerkingsovereenkomst met de Société Coopérative La Fraternelle uit Moeskroen. Concreet stelde Moeskroen goederen en koopwaren ter beschikking voor de exploitatie van de bakkerij, winkels en cafés en bood ze ook haar administratieve, boekhoudkundige en technische diensten aan. De associatie was in feite opgezet als een hulpverlening van Moeskroen aan het veel kleinere Ronse en beantwoordde aan de steeds dringender wordende behoefte tot centralisatie van de te dicht bij elkaar liggende coöperaties. De nettowinst van de vereniging kwam voor 90% toe aan Ronse, de overige 10% aan Moeskroen. Na het afsluiten van de associatie volgde er een licht financieel beterschap, die de maatschappij toeliet om de winkels geleidelijk aan te moderniseren. In 1962 werd zelfs een nieuwe winkel in Berchem geopend, wat het totaal aantal winkels opnieuw op 9 bracht. De verkoop in de winkels en cafés ging merkbaar vooruit. De bakkerij en het complex Feestpaleis waren echter pijnlijke verliesposten en vroegen om drastische maatregelen. Uiteindelijk besloot de vzw Volksontwikkeling om met ingang van 1 april 1963 een einde te stellen aan de exploitatie van zowel de cinema als van het volkshuis. Het gehele complex in de Stationstraat werd op die datum verkocht aan het ABVV-gewest Ronse. De grondige sanering trof ook de sterk verouderde bakkerij in de Nieuwe Brugstraat. Het bakken van brood werd definitief stopgezet en de bevoorrading verliep voortaan via La Fraternelle Moeskroen, die net haar bakkerij had vernieuwd. Ronse organiseerde wel verder de distributie en de verkoop aan de klanten. De verkoop van de bakkerij en het complex in de Stationstraat had ervoor gezorgd dat in 1963 de laatste schulden tegenover de vroegere spaarders van de BBA konden worden terugbetaald. In 1964 werd een nieuwe winkel geopend in Nukerke, wat het aantal verkooppunten op negen bracht. De grondige bedrijfsreorganisatie, maar ook de gunstige algemene conjunctuurontwikkeling droegen ertoe bij dat De Verbroedering vanaf de jaren 1960 geleidelijk een gezonde financiële basis kreeg. Ook aan de interne organisatie werd nog wat gesleuteld. Op de algemene ledenvergadering van 20 november 1963 werd beslist om de duur van de maatschappij met 30 jaar te verlengen en enkele wijzigingen in de statuten aan te brengen. Eén van deze wijzigingen betrof het artikel 1, waarin ‘La Fraternelle’ uit de officiële benaming van de maatschappij werd weggelaten. Zo kreeg de coöperatie voortaan ééntalig de benaming ‘De Verbroedering’. Vanaf de tweede helft van de jaren 1960 bestond de grootste uitdaging erin weerstand te bieden tegen de snelle doorbraak van warenhuizen en de inburgering van nieuwe verkooptechnieken zoals selfservice. Deze ontwikkelingen hadden een gevoelige weerslag op de verkoopcijfers van de winkels, die op termijn één voor één dienden gesloten te worden. Dit begon in 1967 met de sluiting en verkoop van de winkel in Berchem. In 1969 volgde Nukerke en een jaar nadien de winkel in de Lange Haagstraat. Intussen boekte de associatie Ronse-Moeskroen steeds meer verliezen. Op 26 oktober 1971 vroeg La Fraternelle Moeskroen dan ook om de samenwerking stop te zetten. Pogingen om nu voor de bevoorrading een beroep te doen op de zustercoöperatie De Verbroedering Geraardsbergen mislukten. De enige oplossing lag in de sluiting in 1972 van de overblijvende winkels. De sociale zetel werd overgebracht naar Chalet Union. Na de verkoop van alle winkels en het einde van het samenwerkingsverband met Moeskroen in april 1972 restte De Verbroedering enkel nog de exploitatie van de twee overblijvende cafés: Chalet Union in de Engelsenlaan en volkshuis Stookt in de Ernest Solvaystraat. Wat verbouwingswerken niet te na gesproken leidde de maatschappij nog ruim 20 jaar een vrij sluimerend maar financieel gezond bestaan. Het inzicht dat De Verbroedering eigenlijk niet meer als echte verbruikerscoöperatie functioneerde, leidde ertoe dat een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 7 oktober 1992 besliste om over te gaan tot de liquidatie en de omvorming van de rechtspersoonlijkheid van de maatschappij tot vzw. De vereffening werd definitief afgesloten op 15 maart 1997. |