284/00016: Bevelschrift betreffende de opeising van een trekpaard door het leger in geval van mobilisatie
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris. |
---|---|
Reference code: | 284/00016 |
Level of description: | stuk |
By: | |
Date: | 1914 |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | [1914-] |
---|---|
Physical description: | [(1 stuk)] |
Notes: | Biografie: De erg late en weinig succesvolle ontwikkeling van de socialistische coöperatie in Deinze is een illustratie van de moeilijkheden die de beweging ondervond om de samenwerkende gedachte ingang te doen vinden in het Vlaamse platteland. Deinze had zich tegen het einde van de 19de eeuw ontwikkeld tot een kleine geïndustrialiseerde stad van 5.000 inwoners. Vanuit Gent sijpelde de eerste socialistische propaganda en vooral het nieuws omtrent de coöperatieve successtory binnen. Een eerste coöperatieve onderneming in Deinze werd opgericht omstreeks 1899 in het lokaal De Aalkar, waar brood werd verkocht uit Tielt en Gent. In 1901 stierf het project een stille dood. In de zomer van 1903 werd het plan hernomen en stichtte men de SM Voor Ons Recht. Stuwende kracht was en bleef bijna 30 jaar lang Gustaaf Gevaert (1883-1952). Met het eerste geld van de broodverkoop werd op de Markt een lokaal gehuurd waarin een bakkerij, kruidenierswinkel, kolenmagazijn, bibliotheek en herberg werd ondergebracht. Pas op 2 februari 1908 stelden de bestuurders de oprichtingsakte op. Voor Ons Recht zag pas na de Eerste Wereldoorlog haar ledenaantal enigszins stijgen en begon vol overtuiging aan een uitbreiding van de commerciële activiteiten. De statuten werden volledig herzien en een nieuw boekhoudsysteem deed zijn intrede. De verkochte waren vonden niet alleen een afzet in Deinze zelf maar ook in de buitengemeenten Machelen, Nevele, Petegem, Vinkt en Zeveren. In 1920 werd het lokaal op de Markt gekocht en het jaar daarna ook enkele bijkomende terreinen op de 'Knok' (hoek Gentstraat-Statiestraat), waar een complex werd opgetrokken bestaande uit een centraal magazijn, kolenmagazijn, paardenstal, toneel- en cinemazaal, bal- en turnzaal, buffet, koffiehuis met restaurant, bibliotheek en burelen. De onderneming bleek achteraf gezien echter te hoog gegrepen. Er diende niet alleen fors geleend te worden bij de CDP maar een groot deel van de nodige fondsen konden maar geworven worden via een eigen tienjarenlening waarop de militanten zelf konden intekenen. En bovenal: diezelfde militanten trokken de gebouwen met eigen middelen op toen bleek dat de uitbesteding ervan aan een aannemer te duur zou uitvallen. De zwakte van de coöperatie blijkt vooral uit het feit dat tijdens de jaren twintig geen enkel boekjaar met nettowinst kon afgesloten worden. Deze tegenvallende resultaten waren het resultaat van een stagnerende omzet en kwamen bovenop de al erg zware leninglast. Vanaf 1925 ging ook de gezondheidstoestand van afgevaardigd beheerder Gevaert achteruit. De financiële moeilijkheden bleven aanhouden en in 1930 werd het boekjaar afgesloten met een verlies van meer dan 33.000 fr. Op 14 mei 1931 besloot de beheerraad om de maatschappij te doen aansluiten bij Vooruit Gent die op dat ogenblik met een centralisatiepolitiek volop druk uitoefende. Op 27 december 1931 werd Voor Ons Recht ontbonden en op 24 juni 1932 ging ze op in Vooruit, waarvan ze voortaan een gewestelijke afdeling werd. |