294/00012: Verslagen van de werkgroep Indianen
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris. |
---|---|
Reference code: | 294/00012 |
Level of description: | stuk |
By: | |
Date: | 1991-1992 |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | [1991-1992] |
---|---|
Physical description: | [(1 omslag)] |
Notes: | Biografie: Eind 1989 kwamen een aantal mensen samen in Gent met het plan in 1992 een 5.500 km lange wandeltocht door de Verenigde Staten te organiseren. Dit zou dan precies 500 jaar na de landing van Columbus in Noord-Amerika zijn. Bedoeling was te vertrekken aan de Oostkust om dan koers te zetten naar het nucleaire testgebied in Nevada, waar de VS sinds 1951 meer dan 900 kernproeven uitvoerde op het voorouderlijk en verdragrechterlijk grondgebied van de Western Shoshone-indianen. Na een grote respons op het initiatief werd in 1991 besloten een onafhankelijke vzw met zetel in Gent op te richten. De naam For Mother Earth (Voor Moeder Aarde) was een idee van William Roose sr., een Western Shoshone-ouderling. In juli van hetzelfde jaar werd een tweede kantoortje ingericht in de Verenigde Staten. Op 31 januari 1992 begonnen een honderdtal mensen aan de tocht dwars door Noord-Amerika. Stappers uit België en de Verenigde Staten bereikten na negen maanden Nevada. In de daaropvolgende twee jaar vonden kortere wandeltochten plaats in België. In 1995 werd opnieuw een grotere tocht op poten gezet. De Walk across Europe for a Nuclear Free World zou opnieuw 5.500 km tellen en werd tussen Brussel en Moskou ingelegd. De wandeling, waaraan een 80-tal mensen uit 25 landen deelnamen, leidde tot de oprichting van nieuwe groepen van Voor Moeder Aarde (VMA) in Nederland, Duitsland en Slovakije. Het initiatief ging gepaard met een internationale campagne en petitie om kernproeven, kernwapens en kernenergie te bannen. Deze campagne werd eind van hetzelfde jaar gevolgd door een oproep voor boycot van Franse producten als protest tegen de hervatting van de kernproeven in Polynesië door president Chirac. Ter herdenking van de tiende verjaardag van de kernramp te Tsjernobyl werd er in 1996 een derde internationale wandeltocht georganiseerd, met opnieuw een 80-tal deelnemers. De actie kende een hoogtepunt in de blokkade van de spoorlijn en hoofdweg van de Oekraïnse kerncentrale. Gelijkaardige acties vonden plaats bij kerncentrales in België, Nederland en Slovakije. Er werden nieuwe groepen van VMA opgericht in Wit-Rusland, Finland, Roemenië, Sri Lanka en Oekraïne. Begin 1997 hield VMA een internationaal trainingsseminarie in Bratislava (Slovakije). Er werden ervaringen uitgewisseld en trainingen gegeven over het opzetten van antinucleaire campagnes. In juli van hetzelfde jaar werd deelgenomen aan het internationale kamp bij en blokkade van de kerncentrale van Temelin (Tsjechië). Voor Moeder Aarde was in hetzelfde jaar de drijvende kracht achter een internationale campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid om kernwapens te verbieden: de eerste burgerinspecties van militaire basissen zagen het daglicht. Nog in hetzelfde jaar werd na een geweldloze blokkade van de kerncentrale van Doel besloten tot een Uraniuminformatietour met getuigenissen van Inheemse volkeren door Europa: België, Duitsland, Denemarken, Zweden, Finland en Oostenrijk werden bezocht. In april 1998 ging een trainingsseminarie door in het Roemeense Timisoara: een antinucleaire groep uit Bulgarije sloot zich bij VMA aan. Verder bleef Voor Moeder Aarde het internationaal netwerk rond burgerinspecties coördineren, met internationale acties aan de NAVO, een vredesvoettocht van Brussel naar de atoomduikbasis Faslane (Schotland), acties aan de militaire basis van Kleine Brogel (met actieve deelname van parlementsleden en diverse Bekende Vlamingen). In het voorjaar van 1999 werd VMA erkend door de European Voluntary Service, een Europees vrijwilligersnetwerk van de Europese Unie. Bij een nieuwe burgerinspectie van de basis van Kleine Brogel werd een stijgend aantal deelnemers vastgesteld. De meeste aandacht ging echter naar de organisatie van een nieuwe vredesmars van Den Haag naar Brussel: gedurende meer dan 10 dagen zouden ongeveer 700 mensen voor korte of lange tijd deelnemen aan het protest tegen de nucleaire politiek van de NAVO. Het nieuwe werkjaar startte in september met een literaire wandeling rond de basis van Kleine Brogel. De daaropvolgende jaren ging de meeste energie naar de oprichting van een lokaal ecologisch centrum, al bleef VMA actief rond de burgerinspecties te Kleine Brogel en werkte de steungroep Inheemse Volkeren verder aan dossiers rond de bescherming van de voor indianen heilige Big Mountain en de zaak-Leonard Peltier. In oktober 1996 namen de medewerkers van Voor Moeder Aarde in navolging van de idee ‘Think globally, act locally’ het voortouw in de oprichting van een Gents Ecologisch Centrum (GEC). Het doel was de aankoop en ecologisch verantwoorde verbouwing van een pand. Op 12 oktober 1999, precies 7 jaar na het einde van de voettocht in Nevada, werd het GEC in twee panden rechtover het Sint-Pietersstation gevestigd. Naast kantoren voor VMA, het Gents Milieufront, Cenergie, Netwerk Vlaanderen, De Wielewaal, het CVN en Westenwind kwam er een Oxfam Wereldwinkel en werd er een biologisch eet- en theehuis met infocentrum opgestart. Begin 2001 kreeg het eethuis een biolabel. In 2004 werd Voor Moeder Aarde de Vlaamse afdeling van Friends of the Earth (FoE), een internationale federatie van autonome milieugroepen in 68 landen waarmee Voor Moeder aarde reeds samenwerkte rond kernenergie en genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s). De klemtoon van de werking verschoof naar de kernontwapening, de strijd tegen het gebruik van verarmd uranium en naar klimaat en energie, al bleef de werkgroep Inheemse Volkeren binnen de schoot van de organisatie behouden. |