298/00135: Brief aan E. Vandewalle betreffende een uiteenzetting van pof. Blanpain over de band tussen het Taaldecreet en de sociale betrekkingen in Vlaanderen. Doorslag
Saved in:
| Raadpleegbaarheid: | Het archief is enkel raadpleegbaar mits toestemming van de archiefvormer of diens gemandateerde en na voorlegging van een gefundeerde aanvraag. |
|---|---|
| Reference code: | 298/00135 |
| Level of description: | stuk |
| By: | |
| Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
| Date: | 31 oktober 1973 |
|---|---|
| Physical description: | [1 stuk] |
| Notes: | Biografie: Arsène Major werd geboren op 9 april 1905 in het Nederlandse Vlissingen, waar zijn vader als loods werkte. Hij groeide op in Oostende, waar hij zijn ouders reeds op jonge leeftijd verloor. Als 17-jarige brak hij daarom zijn studies af en ging aan de slag in het stationsloket van Oostende. Bij de NMBS kreeg hij de kans op bijscholing en promotie; hij klom vrij snel op van kleine klerk tot gerespecteerd bureauchef. A.M. sloot zich aan bij ACOD-spoor, waar hij zich liet opmerken door zijn inzet en radicalisme. Tijdens de stakingen tegen de Eenheidswet (1960-1961) resulteerde dit laatste zelfs in twee weken schorsing. Hij oefende meerdere bestuursfuncties uit bij het ACOD en bleef na zijn pensionering nog jaren ondervoorzitter van ACOD-Spoor Gent en voorzitter Gepensioneerden alle sectoren ACOD-Oost-Vlaanderen. Omstreeks 1956 vroeg en verkreeg A.M. zijn overplaatsing naar Gent. Hij sloot er zich aan bij het Vermeylenfonds en ging zich nog meer toeleggen op het belang van een goed gebruik van de Nederlandse taal. Reeds sinds zijn jeugd leverde hij strijd voor zijn taal; hij liet zich overigens niet toevallig liever “Arseen” noemen. A.M. schreef meerdere artikels en bijdragen over de vernederlandsing in alle sectoren van de samenleving, o.m. voor het dagblad “Vooruit”/ “De Morgen”. Voor diezelfde krant verzorgde hij vanaf februari 1966 ook een rubriek “taaltips”. In hetzelfde jaar voerde hij ook actie voor de vernederlandsing van de universiteiten van Leuven en Brussel. Tot zijn overlijden op 8 februari 2004 was A.M. actief in het Humanistisch Verbond, de Lodewijk de Raetstichting, het Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling en tal van andere (al dan niet socialistische) studiekringen en politieke debatclubs en gaf hij jaarlijks tientallen lezingen. Zonder twijfel kan hij toegevoegd worden aan een voorname groep “cultuur-socialisten” als Leo Picard, Herman Vos en Walter Debrock. *********** Archiefgeschiedenis: Het archief van Arseen Major werd in 2004 gedeponeerd door zijn erfgenamen. Het bevat naast stukken betreffende zijn toespraken en lezingen en enige persoonlijke briefwisseling ook dossiers over de werking van August Vermeylenfonds Oost-Vlaanderen, Gent en Sint-Amandsberg en over de werking van ACOD-Spoor Het archief bevat 155 beschrijvingen, opgeborgen in 9 dozen (1 lopende meter archief). Het is enkel raadpleegbaar mits toestemming van de depotgevers. |