378/00026: Verslagen van cursisten voor de opleiding van directeur van een jeugdhuis

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris.
Reference code:378/00026
Level of description:stuk
By: Delattre, Jacques
Date:1972-1972
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!

Description
Date:1972
Physical description:[1 omslag]
Notes:Biografie: Jacques Delattre (° Sint-Agathe-Berchem, 1934) was na zijn studies aan de ULB sterk begaan met cultuurverspreiding en -animatie, en met de vorming van socio-culturele werkers. Zo startte hij in 1960, vertrekkende van zijn persoonlijke bibliotheek, met een uitleendienst van boeken. Die Bibliothèque d’Education Populaire et d’Information (BEPI) was gevestigd in de Koninginnegalerij in hartje Brussel. Delattre zette zich ook in voor de Algerijnse onafhankelijkheid en gaf een gestencild bulletin uit met meerdere bijdragen over die kwestie. Hij slaagde er in 1962 in om medewerkers te vinden om dat bulletin om te vormen tot een gedrukt tijdschrift (Coup d’Oeil) met ook informatie over allerhande socio-culturele activiteiten in Brussel. Hij wierp zich op als promotor van acties in de culturele sector, als tegenstander van alle uitingen van ongelijkheid, onrecht en aliënatie, en dit vanuit een libertaire optiek. Hij gaf die beweging voor volkscultuur de benaming Liaison 20 waarmee verwezen wordt naar zijn intentie om een band te maken tussen de culturele stromingen van de 20e eeuw door middel van tentoonstellingen en de vorming van animatoren. Delattre ging uit van de analyse dat vele moderne problemen veroorzaakt werden door een tekort aan contacten tussen personen en groepen. Hij hamerde op het recht op cultuur, op informatie, op een eigen invulling van zijn vrije tijd, los van de commerciële invulling en de daaruit voortvloeiende onpersoonlijkheid. Hijzelf beweerde dat Coup d’Oeil 9000 animatoren en geïnteresseerden bereikte. Leden van Liaison 20 kregen werden via Coup d’Oeil ingelicht over culturele manifestaties en kregen er allerlei kortingen op; ze en konden ook gratis boeken ontlenen. In 1964 had hij zijn eerste contacten met de Franse organisatie Peuple et Culture, dat dezelfde doelstellingen nastreefde. Die contacten leidden tot samenwerking rond stages over volksopvoeding en lokale politiek. Delattre leerde van hen het belang van vorming, ideologie en planning. Enkele jaren later, in 1970, richtte hij een jeugdhuis op in zijn nieuwe locatie in de Brusselse Zuidstraat nr. 65. Hij noemde zijn lokaal Guernica. In 1965 ontstond naast Liaison 20 de Coopérative Culturelle die goedkope diensten aanbood aan culturele en politieke organisaties zoals gespecialiseerde animatielectuur en bureaumateriaal. Die coöperatieve was in feite de melkkoe van Liaison 20, terwijl Liaison 20 moest zorgen voor de animatie van Coup d’Oeil en de BEPI. Al deze organisaties kenden een wisselend succes, zeker vanaf de jaren 1970; met de jaren vloeide de belangstelling weg tot Delattre haast alleen over bleef.
***********
Archiefgeschiedenis: Tijdens de beschrijving van het archief van het Agence de Presse Libération-Belgique (APL-B, inventaris 288) werd duidelijk dat het archief van Jacques Delattre toch best apart beschreven kon worden, omdat het nog mogelijk was om de dossiers van Delattre over culturele animatie gescheiden te houden van de meer politieke documentatie van APL-B. Gedurende enkele jaren waren deze twee bestanden samengevoegd: enerzijds was APL-B in 1990 weer eens gedwongen geweest om te verhuizen en dit juist in een periode dat deze organisatie enkel actief was als documentatiecentrum en anderzijds had ook Delattre met een verminderde activiteit te maken en wou hij deze twee bestanden samen voegen en gebruiken als basis voor een groot documentatiecentrum in het pand van de Coopérative Culturelle in de Zuidstraat in Brussel. Dit is niet gelukt. Toen het gebouw vier jaar later in 1994 moest verlaten worden werd gans dit bestand gedeponeerd bij het Amsab Het omvatte het archief van APL-B zelf en een aantal archieven die door APL-B geërfd waren tijdens de verschillende fases van zijn bestaan: het archief van Michel Veys zelf met verslagen van zijn activiteiten in het Zaïre-comité, Solidarité Etudiants Etrangres (stortingslijst 306)...en ook het archief van Jacques Delattre. Het belang van dit archief ligt vooral in de verzameling tijdschriften uit de jaren 1950-1960. Daarnaast zijn er ook de verslagen van de studentenbeweging aan de ULB en de dossiers over het alternatief cultureel leven in Brussel. De 42 beschrijvingen in 5 dozen zijn vrij te consulteren .