366: Archief van Karel Beerblock

Dit archief bevat twee manuscripten, een dossier, een brievenboek en een brief, tezamen 5 nummers, opgeborgen in 1 archiefdoos. Het brievenboek werd gerestaureerd en onder specia-le condities bewaard. Door de kwetsbaarheid tot raadpleging werden de brieven overgetypt en deze worden bewaard in het ar...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris.
Reference code:366
Level of description:archief
By: Beerblock, Karel
Date:1901-1907
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Dit archief bevat twee manuscripten, een dossier, een brievenboek en een brief, tezamen 5 nummers, opgeborgen in 1 archiefdoos. Het brievenboek werd gerestaureerd en onder specia-le condities bewaard. Door de kwetsbaarheid tot raadpleging werden de brieven overgetypt en deze worden bewaard in het archief van Beerblock. Daarnaast zijn er ook kopieën bewaard van het dossier betreffende de oprichting van de haarsnijderij. Een ingebonden exemplaar van de Vlasbewerker (1896-1904) werd overgedragen naar de bibliotheek. In 2010 werd nog een brief van de vakbond van de schoenmakers – afkomstig uit het ‘moederachief’ van Amsab-ISG – naar het archief overgebracht.
Date:1901-1907
Physical description:[0,11 strekkende meter]
Notes:Biografie: Karel Jules Beerblock werd geboren in Gent in 1854. Hij werkte als fabrieksarbeider in de vlasspinnerij La Gantoise en schopte het tot meestergast. In 1878 huwde hij met Marie Vanderhaeghen en ze kregen een zoon, Gust. Hij werd lid van de vlasbewerkersvereniging in 1884 en zetelde in het bestuur. In datzelfde jaar stelde hij zich kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen. In 1886 werd hij bediende in de Vooruit, meer bepaald chef van het kledingmagazijn. Enkele jaren later gaat hij op een korte coöperatieve missie naar Menen, maar dit eindigt in mineur, waarop hij terugkeerde naar Gent voor de algemene staking van 1893, hij werd veroordeeld tot vijf maanden gevangenisstraf wegens de bezetting van de Gantoise. Eind 1895 volgde er weer een veroordeling die hij het jaar erop één maand effectief mag uitzitten. In 1899 werd hij verkozen als plaatsvervanger en was hij partijsecretaris. Gedurende zijn politieke loopbaan besteedde hij veel aandacht aan de emancipatie van de vrouw. In 1907 nam hij ontslag als partijsecretaris en vertrok hij naar Lokeren om er zijn sociale gedachten in de praktijk te brengen, namelijk de opbouw van een fabriek voor konijnevellenbewerking. In het bestuur zetelde Beerblock samen met vijf vakbondslieden. De bedoeling was de fabriek over te dragen naar de vakbond bij succes. Maar stakingen beslisten er anders over. Vier jaar na de oprichting liet hij het over aan de meestergast Ad. Verbeke en schreef hij een studie over de “vellennijverheid”, waarin hij kritiek uitte op de vakbond en de socialistische coöperatie. Beerblock stierf enkele dagen na het einde van de Eerste Wereldoorlog, zijn laatste jaren was hij openlijk liberaal.