359: Archief van Pieter Ursi

In het archief van Ursi werden dus alleen de dossiers over de landdagen van de Nederlandsche Unie bewaard, omdat Ursi deze landdagen als voorzitter organiseerde. Het is duidelijk dat het archief van Ursi slechts beperkt bewaard is; maar toch zitten hier enkele interessante dossiers in over het Vlaam...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris.
Reference code:359
Level of description:archief
By: Ursi, Pieter
Date:1895-1938
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!

Description
Summary:In het archief van Ursi werden dus alleen de dossiers over de landdagen van de Nederlandsche Unie bewaard, omdat Ursi deze landdagen als voorzitter organiseerde. Het is duidelijk dat het archief van Ursi slechts beperkt bewaard is; maar toch zitten hier enkele interessante dossiers in over het Vlaams nationalisme en over de gevluchte Vlamingen in Nederland; en dan zijn er nog die paar brieven van o.a. August Borms.
Date:1895-1938
Physical description:[0,22 strekkende meter]
Notes:[Dit klein archief werd aangetroffen in het archief van zijn vriend en ‘pleegzoon’ Leo Magits.]
***********
Er werd voor gekozen om de stukken die duidelijk betrekking hebben op Pieter Ursi apart te bewaren. Bij de stukken waar er geen duidelijkheid was over de herkomst, werd geopteerd voor een beschrijving in het archief van Leo Magits.
***********
Biografie: Pieter Ursi (Leuven, 31 maart 1877 – Berchem, 1 november 1937) was een bekend figuur in de socialistische beweging in Leuven voor de Eerste Wereldoorlog. Deze gewezen schoenfabrikant, romanticus en geheelonthouder, was erg geïnspireerd door de ideëen van Robert Owen. Hij was vanaf 1912 voorzitter van de lokale Centrale voor Arbeidersopvoeding (CAO) en beïnvloedde een groep jongeren waaronder Frans Liebaers en Leo Magits, maar kwam in conflict met de partijleiding. Hij koos in 1917 voor het activisme. Hij werd voorzitter van de Alzijdige Vlaamsche Gouwbond in Leuven (de vrijzinnige en dynamische tegenhanger van de Katholieke Vlaamsche Arrondissementsbond) en lid van de Raad van Vlaanderen. Eind 1918 vluchtte hij samen met Magits naar Duitsland en Nederland. Daar werd hij lid van Sociaal-Democratische Arbeiderspartij. In Amsterdam was hij medestichter van de Vlaamsch-Hollandsche Vereeniging Guido Gezelle (1926), van het Algemeen Nederlandsch Arbeidersverbond (1928) en van de Nederlandsche Unie (1929) waar hij ook secretaris van was. Doel van deze laatste organisatie was om allen in Nederland en Vlaanderen te verenigen die meenden dat ze tot een enkel volk behoorden en die beloofden de geestelijke eenheid van dat volk te zullen bevorderen. De activiteit spitste zich vooral toe op de organisatie van een jaarlijkse Dietsche landdag. Op die landdagen werden onderwerpen van economische, sociale, geschiedkundige en artistieke aard besproken. De vereniging werd in 1938 definitief ontbonden. Eind 1935 kwam hij terug naar België; hij stierf twee jaar later in Berchem.