122/00372: Stukken van BSP-federatie Oudenaarde-Ronse betreffende de financiën 1970-1975, 1978
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | Raadpleegbaar |
---|---|
Reference code: | 122/00372 |
Level of description: | bestanddeel |
By: | |
Date: | 1971-1979 |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | [1971-1976, 1979] |
---|---|
Physical description: | [1 omslag] |
Notes: | Biografie: De gewestelijke afdeling Ronse van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) werd opgericht in 1945. In die periode promootte het socialistische vakverbond de oprichting van gewestelijke vakbondsfederaties om de samenwerking tussen de centrales te stimuleren en te coördineren en hun administratie op lokaal niveau te centraliseren. Lokaal betekende in die periode dat het werkgebied van de gewesten gewoonlijk samenviel met de kiesarrondissementen voor de verkiezingen van de Kamer der Volksvertegenwoordigers. In het geval van Ronse ging het om de kiesomschrijving Oudenaarde-Ronse. De gewestelijke secretariaten werden vanaf 1945 geconcipieerd als de eerste lijnsdiensten waarmee elke werkzoekende die bij het ABVV aansloot, eerst in contact kwam. Zij schreven de nieuwe leden in en gaven hen een plaats in de professionele structuren van het socialistisch vakverbond. De oprichting van gewestelijke vakbondsfederaties liep niet overal van een leien dakje. In bepaalde regio’s zagen de vakcentrales er concurrenten in die hun macht ondergroeven. Niet zo in Ronse. Hier nam de lokale afdeling van de Textielarbeiderscentrale van België (TACB) van meet af aan het roer in handen. Zij leverden met Arthur Haustraete en Herman Onijn de eerste voorzitter en secretaris-schatbewaarder van de kakelverse vakbondsfederatie. Net voor het ABVV-stichtingscongres van 28-29 februari 1945 telde de gewestelijke afdeling 2902 leden. Het concurrerende Belgisch Verbond der Eenheidssyndicaten telde er 768 in de regio. Eén van de eerste taken van de gewestelijke afdeling was die leden samen te brengen. Eind 1945, begin 1946 telde de gewestelijke afdeling Ronse van het ABVV al 4923 leden. Ronse en de TACB domineerden dit ledental. Op 31 december 1945 kwamen 3351 van de 7014 leden van de gewestelijke afdeling uit Ronse. 4782 leden kwamen van de TACB. Oudenaarde en de Algemene Centrale (AC)waren de tweede kracht. Eind 1950 brachten zij respectievelijk 1940 en 1069 leden aan. Op dat ogenblik beschikte de gewestelijke afdeling al over een eigen kaderschool om bestuursleden van de aangesloten vakbonden te vormen. De afdeling werd geleid door een dagelijks bestuur. Dat bestond uit de voorzitter en de secretaris van de afdeling en vertegenwoordigers van de grootste vakbonden in de regio. Dat waren anno 1948 Michel Devos uit Bevere voor de TACB, Fedor De Groote uit Ronse voor de AC en M. Supply die voor de Mijnwerkerscentrale. De gewestelijke afdeling Ronse had een buitendienst met bodes en een binnendienst voor de ledenadministratie en de werkloosheidskas. Van meet af aan bewerkte de gewestelijke afdeling Ronse ook enkele Waalse gemeenten en delen van het arrondissement Aalst, wat later voor wrevel zorgde. Gaandeweg professionaliseerde de werking. Daartoe werd Robert Van Wingene op 19 november 1950 aangesteld als bestendig secretaris. Tot dan had Onijn die functie gecombineerd met zijn taken als secretaris van de gewestelijke afdeling Ronse van de TACB. Onijn bleef wel schatbewaarder en Haustraete voorzitter. Van Wingene, die uit de AC kwam, vertegenwoordigde vanaf 1950 de gewestelijke afdeling Ronse in alle geledingen van de socialistische beweging uit de regio en in de lokale klachtencommissies voor ziekte- en invaliditeit en voor werkloosheid. Onder zijn bewind kreeg de gewestelijke afdeling Ronse nieuwe impulsen. Zo werd op 20 februari 1955 bijvoorbeeld een afdeling Ronse van de Kadetten van het ABVV opgericht. Die organiseerde vanaf 1958 jaarlijks een vakantieplein te Ruien. En in oktober 1965 werd een afdeling Oud Syndikalisten gesticht. Drie jaar later werd een eigen dienst arbeidsrecht ingericht. De professionalisering bracht met zich mee dat de afdeling ook verzelfstandigde ten overstaan van de centrales. Van Wingene verwierf daarbij steeds meer macht. Daarbij werd de functie van voorzitter uitgehold. Nadat Haustraete in 1962 op rust ging, volgde Onijn hem nog twee jaar op, waarna de verantwoordelijken van de centrales het voorzitterschap jaarlijks alternerend invulden. Op dat ogenblik beperkte het voorzitterschap zich tot het leiden van de vergaderingen van het dagelijks en algemeen bestuur. Op 1 januari 1969 hield Van Wingene het bekeken als gewestelijk secretaris. Fedor De Groote ging op pensioen als bestendig secretaris van de AC in de regio en Van Wingene was zijn opvolger. Behalve bestendig secretaris en schatbewaarder van de gewestelijke afdeling Ronse van het ABVV, was Van Wingene eind 1968 afgevaardigd beheerder van de vzw Arbeidersontvoogding die het Feestpaleis van Ronse verwierf en uitbaatte. Van Wingene en zijn secretariaat verzorgden ook de gewestelijke congressen en de bijdragen over Ronse in De Werker en Voor Allen. Op 1 januari 1969 werd Van Wingene opgevolgd door Georges De Smeyter, die al langer de nummer twee was van de gewestelijke afdeling als dienstoverste van de administratie. Cru uitgedrukt werd De Smeyter vooral titelvoerend gewestelijk secretaris. Van Wingene hield een stevige vinger in de pap als voorzitter, een functie die zijn alternerend karakter verloor. Hij bleef de gewestelijke afdeling ook vertegenwoordigen in de arrondissementsfederatie Oudenaarde-Ronse van de Belgische Socialistische Partij én in de verschillende geledingen van het socialistisch vakverbond op landelijk vlak. Hij bleef ook verantwoordelijk voor de kaderschool, het Feestpaleis, de Oud Syndikalisten, de sociale zitdagen en de pensioendienst. Daartoe kreeg hij beschikking over de dienstwagen van de afdeling. En als gewestelijk secretaris van de AC kreeg Van Wingene een administratief medewerker. Doordat hij veel taken naar zich toe bleef trekken werd De Smeyter niet vervangen als dienstoverste. Van Wingene en De Smeyter werden meteen met een groot probleem geconfronteerd. Eind 1969 eiste de gewestelijke afdeling Doornik dat Ronse al haar Waalse leden, toen 870, zou overdragen. Uit vrees leden en ledenbijdragen te verliezen deed Ronse beroep op Georges Debunne, de algemene secretaris van het ABVV, om te bemiddelen. Men vreesde twee medewerkers te moeten afdanken. Ook vreesde Ronse ledenverlies voor het socialistisch vakverbond. En tot slot werd geargumenteerd dat de betwistte leden bijna allemaal in Ronse werkten. Deze kwestie werd pas definitief geregeld eind jaren 1987. Op 1 januari 1987 werden de syndicale grenzen tussen de afdelingen Doornik en Ronse definitief vastgelegd en maakten 619 leden de overstap en viel het ledental terug van 10.421 eind 1986 tot 9802 één jaar later. De trage maar gestage groei van de gewestelijke afdeling Ronse kreeg daarmee een serieuse knik. Zoals gezegd telde de afdeling eind 1950 7014 leden. Twee jaar later werd de kaap van de 8000 leden gerond, met 8512 leden en in september 1970 die van de 9000 toen het 9059ste lid werd ingeschreven. Onder De Smeyter was de afdeling in 1968 medestichter van de Vlaamse intergewestelijke van het ABVV, verspreidde ze met Algemene Berichten Voor Vakbondsmilitanten begin jaren 1970 een eigen voorlichtings- en documentatieblad en gaf ze eind 1972 gehoor aan de oproep van het socialistisch vakverbond om een gewestelijke commissie voor vrouwenarbeid op te richten. De Smeyter bleef gewestelijk secretaris tot hij in februari 1988 werd afgelost door Chris Van De Wijgaert. De Smeyter bleef wel nog drie jaar voorzitter van de gewestelijke afdeling. Politiek vloerde De Smeyter Van Wingene uiteindelijk wel. De eerste bracht het tot senator tussen 1979 en 1988, de tweede was burgemeester van Ronse van 1977 tot 1982. Van De Wijgaert de eerste secretaris van de gewestelijke afdeling Ronse die de kaap van de 10.000 leden rondde. Onder hem haalde de AC de TACB in als grootste centrale van het gewest. Na de fusie met de gewestelijke afdeling Aalst, was Van De Wijgaert eerst secretaris van de gewestelijke afdeling Zuid-Oost-Vlaanderen voor hij, na de fusie met de gewestelijke afdeling Scheldeland in 2007, secretaris werd van de provinciale afdeling Oost-Vlaanderen van het ABVV. |