619/1.2.3/00032: Stukken betreffende het opvolgen van de door gemeente en district genomen maatregelen van belang voor fietsers en fietsinfrastructuur en het initiatief een informatievergadering voor de gemeente- en districtsraadsleden te beleggen.

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:Raadpleegbaar
Reference code:619/1.2.3/00032
Level of description:bestanddeel
By: Fietsoverleg Antwerpen (FOA)
Date:1989-1991
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!

Description
Date:1989, 1991
Physical description:[1 omslag]
Notes:Biografie: Fietsoverleg Antwerpen (FOA) ontstond uit het Fietsontlastingsfonds (Fofo), een organisatie die ijverde voor de afschaffing van de fietstaks. Eind 1986 haalde het Fonds zijn slag thuis. Een kleine kern van de activisten vond dit echter slechts een pyrrusoverwinning. Het eigenlijke doel van de actie was immers dat geïnvesteerd zou worden in een betere fietsinfrastructuur. Daarom besloten ze door te gaan op het elan, onder de naam Fietsoverleg Antwerpen. Heel wat nieuwe geïnteresseerden sloten zich aan bij de nieuwe organisatie, waarbij onder meer groepen uit Merksem, Deurne, Hoboken en Berendrecht-Zandvliet die, al voor de fusie van de Antwerpse gemeenten in 1983, fietspadenplannen hadden uitgewerkt. Ook een aantal mensen van de Werkgroep Verkeer Antwerpen, die eerder ook al meewerkten met Fofo, waren terug van de partij. Het woord ‘overleg’ stond zowel voor het beoogde overleg tussen fietsers onderling als voor het verhoopte overleg met de bevoegde overheidsdiensten. Onder impuls van zoveel nieuw bloed nam FOA een enthousiaste start, waarbij ook een vruchtbare wisselwerking tot stand kwam met tal van andere initiatieven rond mobiliteit en stadsproblematiek in het Antwerpse. Daarnaast werd het overleg met andere fietsers op een hoger niveau getild door deelname aan de vergaderingen van het ongeveer gelijktijdig opgestarte Fietsoverleg Vlaanderen (FOV), tesamen met fietsersgroepen uit Leuven, Brussel, Gent en Brugge. Het beoogde overleg met het stadsbestuur verliep − op zijn zachts gezegd – heel wat minder vlot. Na de fusie tot Groot-Antwerpen wilde het stadsbestuur een Globaal Structuurplan Antwerpen (GSA) voor het volledige grondgebied, wat uitgetekend moest worden door de dienst planologie. In het kader van dit GSA werd in 1986 een fietspadenplan gelanceerd. Dit plan kreeg echter heel wat kritiek daar helemaal geen rekening werd gehouden met de voorstellen en verzuchtingen vanuit de plaatselijke werkgroepen van de lokale bevolking, waaronder de groepen die meewerkten binnen FOA. Een bijkomende kritiek was dat de beoogde inspraak vanuit de bevolking bij het GSA, waartoe een toezichtscommissie was opgericht, verder ondermijnd werd door het op de lange baan schuiven van de planning en uitvoering van de concreet uitgewerkte voorstellen. Dit zorgde voor behoorlijk wat frustratie. Daarom kwam het plan een ‘zwartboek’ op te stellen over de toestand op fietsgebied. Hiertoe werd een enquête georganiseerd waarvan de gebundelde resultaten begin 1988 uitgegeven werden in de brochure Fietser erger je niet. Hierna kreeg FOA wel gehoor bij de schepen voor Ruimtelijke Ordening en ambtenaren van de dienst planologie, onder wie de auteur van het fietspadenplan. Hiermee waren de problemen echter nog niet van de baan. FOA had geen contact met het departement van de schepen voor Openbare Werken dat een beleid voerde waar de dienst planologie, die onder ruimtelijke ordening resulteerde, geen vat op scheen te hebben. De verkeerspolitie op haar beurt was ook al niet geneigd tot enige samenwerking. Een ander struikelpunt was dat veel knelpunten zich voordeden op kruispunten met gewestwegen die dan weer onder de bevoegdheid vielen van het Vlaams Gewest. Dat was niet in beweging te krijgen als het om pro-fiets maatregelen ging. In het begin van de jaren 1990 werd dan toch ook een contact opgebouwd met de Antwerpse Verkeerspolitie, via commissaris Guido Koeklenberg. Door de verkeerswet van 1991 kregen fietsers de mogelijkheid eenrichtingsstraten in beide richtingen te gebruiken. FAO kreeg toen de kans om de eerste tien straten die daarvoor in aanmerking kwamen, mee uit te kiezen. Beetje bij beetje werd zo dan toch een samenwerking met de stadsdiensten opgebouwd en kwam het beoogde overleg − weliswaar moeizaam − tot stand. De echte omslag moest echter nog komen. Deze vond plaats onder druk van de acties van Fietskampagne.