434/00004: Overlijdensberichten en knipsels over Leuvense socialisten: Philemon Dewit, Rik Vanden Abeele, Raoul Vanhove, Jean-François Geens
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | Raadpleegbaar mits toestemming van de verantwoordelijke archivaris |
---|---|
Reference code: | 434/00004 |
Level of description: | bestanddeel |
By: | |
Date: | 1960-1967 |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | 1960-1967 |
---|---|
Physical description: | [1 omslag] |
Notes: | Biografie: Jan Vandensteen werd in 1885 geboren in een groot gezin met 12 kinderen. Door een klein ongeval gecombineerd met een slechte verzorging was hij kreupel geworden. Zijn vader, een liberaal aannemer/loodgieter, stierf 5 jaar later aan de loodziekte. Het gezin viel uitéén omdat zijn moeder zich verplicht zag om inwonende dienstmeid te worden. Als zevenjarige werd hij boerenknecht. Na enkele jaren werd hij beter opgevangen maar pesterijen hielden hem weg van de school en als straatjongen leerde hij de vierde wereld van Leuven kennen. Jan Vandensteen hield er een sterk rechtvaardigheidsgevoel aan over. Bedevaarten – zijn moeder was zeer gelovig - brachten geen genezing, en een operatie verplichtte hem tot een lange herstelperiode met veel tijd voor lectuur en rolletjes in toneelstukken. Als dertienjarige volgde hij een opleiding tot kleermaker. Via zijn broer, één van de eerste socialisten in Leuven en bij gelegenheid lijfwacht van die andere pionier Prosper Van Langendonck, kwam hij in contact met de socialistische beweging en oogstte hij successen bij de socialistische toneelkring Excelsior. Hij was als declamator aanwezig op de manifestatie van 18 april 1902 waar de Burgerwacht het vuur opende op de betogers voor het algemeen stemrecht en waar zes doden vielen en een twintigtal gekwetsten.Tijdens de daaropvolgende processen werd zijn broer tot twee jaar veroordeeld. Ook bij het volgende groot conflict, de Eerste Wereldoorlog, werd de familie direct getroffen: een schoonbroer sneuvelde aan de Maas en Jan zelf werd gevangen genomen en net niet gefusilleerd. Tijdens de oorlog verkocht hij pacifistische gedichten en droeg die ook op tijdens steunfeesten voor oorlogsslachtoffers. Na de oorlog werkte in verschillende ateliers als uitsnijder van regenmantels, een beter betaalde functie, maar hij zette zich daarom niet minder in voor zijn collega’s. Doordat die collega’s hem uit angst niet volgden tijdens een staking tegen ritmeverhogingen en chronometrage, werd hij ontslagen. Een bemiddelde schoonbroer liet hem een atelier (The Ocean Raincoats in Bertem) beheren waar hij de vrije hand kreeg om een sociaal beleid te voeren, althans voor een korte periode, van 1927 tot 1930. Jan startte dan een winkel in regenkledij in Leuven. En meteen kon hij weer volop meewerken in de Belgische Werkliedenpartij, voornamelijk als toneelleider van Excelsior, als lid van de Anti-oorlogsliga en als boekhouder van het Werkersverbond, de koepel van de socialistische wijkclubs. Op die manier werd hij ook opgenomen in het Leuvens partijbestuur, en in 1938 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid. In 1940 vluchtte hij niet, maar werd weer persoonlijk getroffen toen zijn winkel door de Wehrmacht leeggeroofd werd. Hij zette zich dan in om de hoogste nood te lenigen. Met de door hem beheerde partijkas kon Franz Tielemans de eerste sluikblaadjes uitgeven. Hij speelde ook een rol in het socialistisch verzet. Ook na de oorlog bleef hij gemeenteraadslid; hij werd herkozen in 1946 en kon zijn 25-jarig jubileum vieren in 1964. Deze autobiografie is interessant door de goede feitelijke beschrijving van politieke gebeurtenissen zoals de manifestatie van 1902, de oorlogsjaren … Opmerkelijk zijn ook de beschrijving van de Leuvense randfiguren, het beklemmend verslag over een reis in nazi-Duitsland in 1933, de tewerkstelling van de gevluchte Dimitrov in een kledingatelier. |