513/038: Nieuwsbrief Konfederatie (der Belgische geneesheren)

Het betreft het persoonlijk archief van Frans van Leuven en een klein segment van Sylvia Van Werveke. Het omvat informatie over de drie geesteskinderen van Frans van Leuven, meer bepaald over de bouw en werking van het Medisch Huis te Merelbeke, over de Werkgroep Gezondheidsvoorlichting en over de p...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris.
Reference code:513/038
Level of description:bestanddeel
By: Van Leuven, Frans
Date:1978-1978
Subjects:
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!

Description
Summary:Het betreft het persoonlijk archief van Frans van Leuven en een klein segment van Sylvia Van Werveke. Het omvat informatie over de drie geesteskinderen van Frans van Leuven, meer bepaald over de bouw en werking van het Medisch Huis te Merelbeke, over de Werkgroep Gezondheidsvoorlichting en over de patiëntenraad. Ook exemplaren van het tijdschrift Gezondheid. Het proces door de Orde van Geneesheren is uitvoerig gedocumenteerd. Daarnaast ook informatie over groepspraktijken, de doktersstaking, abortus, psychosomatiek, terugbetalingstarieven, syndicaat van geneesheren en de Orde van Geneesheren.
Date:1978
Physical description:[1 omslag]
Notes:[Bart Van Leuven bracht het archief van zijn vader Frans Van Leuven naar het Amsab-ISG.]
***********
Dubbels werden vernietigd. Nietjes, paperclip en plastic mapjes werden verwijderd.
***********
Biografie: Frans Van Leuven (°1931-2017) nam in 1964 als eerste Vlaamse huisarts deel aan vergaderingen van de G.E.R.M. (Groupe d’Etude pour une Réforme de la Médecine), één van de eerste verenigingen die zich maatschappijkritisch uitliet over de schrijnende toestand van de gezondheidszorg. Uit deze bijeenkomsten haalde hij inspiratie voor zijn drie geesteskinderen: het Medisch Huis Merelbeke, de Werkgroep Gezondheidsvoorlichting en de Patiëntenraad Merelbeke. Het eerste Vlaams Medisch Huis werd opgericht in 1966 door dr. Van Leuven en dr. Pruyt. Na de voltooiing van de bouwwerken ging de groepspraktijk van start in 1968. In werkelijkheid bleef Pruyt solo werken en ondernam Van Leuven herhaaldelijke pogingen om een groeps-praktijk op poten te zetten. In 1971 sloten twee dokters, Geerinckx en De Meyere , zich aan bij de groepspraktijk Merelbeke. Vanaf dat moment tekenden zich twee verschillende visies af binnen het Medisch Huis. Enerzijds had je de visie van Pruyt en Geerinckx die de groepspraktijk louter zagen als een functioneel instrument waarbij wel de kosten maar niet de inkomsten verdeeld werden onder de artsen. Anderzijds was er de patiëntgerichte visie van de dokters Van Leuven en De Meyere, die voorstanders waren van een geïntegreerde groepspraktijk naar het model van de G.E.R.M.. De breuk kwam er in 1972, toen bleek dat twee dokters voor een groot deel aan terugbetalingstarieven werkten, wat voor de andere artsen een probleem bleek te zijn. In hetzelfde jaar stonden Van Leuven, Van Werveke en De Meyere aan de wieg van de Werkgroep Gezondheidsvoorlichting. Als lid van de G.E.R.M. deelde de Werkgroep dezelfde visie en trachtte deze ook in de praktijk om te zetten binnen de nieuwe groepspraktijk Merelbeke. Aan Vlaamse kant, vanuit de Leuvense leerstoel huisartsengeneeskunde, werd in 1967 de Studie- en Adviesgroep Groepspraktijk voor Huisartsen (S.A.G.H.) opgericht. Na enkele jaren sloot de Gentse groep artsen aan bij de Vlaamse studiegroep en in 1970 werd de Vlaamse G.E.R.M. geboren. De naam veranderde toen van S.A.G.H. naar S.A.H.G. (Studie Actiegroep voor een Hervorming van de Gezondheidszorg). Protagonisten uit de Vlaamse geschiedenis van groepspraktijken, zoals Heyrman, Van Den Bussche en Van Leuven, stonden mee aan de wieg van de S.A.H.G., deze werd nauwlettend gevolgd door dr. Wynen van de Syndicale Kamers der Geneesheren (SK). Omdat het secretariaat van de vereniging gevestigd was in Merelbeke, kwamen drie artsen van Medisch Huis te Merelbeke op Wynens zwarte lijst terecht. De Gentse groep rond Van Leuven had een ‘radicalere barricaden’-mentaliteit dan de groep rond Maldegem, die zich meer bekommerden om de technische problematiek van groepspraktijken voor huisartsen. Ogenschijnlijk banaal, maar toch tekenend was de naamswijziging van S.A.H.G. Toen in 1972 de betekenis van de letter A uit de lettercombinatie S.A.H.G. veranderde van Actiegroep naar het meer gematigde Adviesgroep, splitste de Gentse strekking zich af. Nog datzelfde jaar ging de Werkgroep Gezondheidsvoorlichting, het geesteskind van Frans Van Leuven, van start. De WGV werkte op autonome wijze naast gelijkgestemde verenigingen als de G.E.R.M. en het S.A.H.G. De samenwerking met de G.E.R.M. nam in de loop der jaren steeds toe, terwijl de contacten met de S.A.H.G. verwaterden. In de eerste editie van hun tweemaandelijks informatieblad Gezond omschreef de Werkgroep haar taak als volgt: ‘De Werkgroep richt zich vooral tot gezondheidswerkers zoals dokters in de geneeskunde, tandartsen, apothekers, kinesisten, verpleegsters, sociaal werkers of studenten in één van deze takken. De Werkgroep richt zich ook tot alle andere personen die deskundig zijn op het gebied van dienstverlening, en last but not least tot de patiënt zelf. Om tot deze dialoog te komen stimuleert de Werkgroep de oprichting van lokaalwerkende Patiëntenraden, die autonoom kunnen functioneren.’ De stichtende leden van de WGV waren o.a. Luc Blondeel, Frans Van Leuven, Sylvia Van Werveke, Peter Piot en Marc De Meyere. Die laatste werd verkozen tot voorzitter. De WGV stond open voor alle gezondheidswerkers van het Nederlandstalige landsgedeelte. Daarnaast moest in de organisatie van de gezondheidszorg ook de nadruk gelegd worden op de inspraak van de patiënt. De WGV streefde naar een dynamische relatie tussen dokter en patiënt. Dit begon bij het verschaffen van informatie over de betekenis van de patiënt zijn klachten en ziekte. Vanuit deze visie gaf de WGV in 1972 de aanzet tot de oprichting van de Patiëntenraad Merelbeke, de eerste in Vlaanderen. In februari 1972 werd door negen geneesheren uit Merelbeke en omstreken één week aan terugbetalingstarieven gewerkt als protest tegen een verhoging van de dokterstarieven. Dit protest werd op gang gebracht door twee huisartsen uit het Medisch Huis en lid van de Werkgroep Gezondheidsvoorlichting (WGV) . Op 27 november worden ze ondervraagd door de Provinciale Raad van de Orde der Geneesheren. Ze worden politieke belangen aangewreven. In januari 1973 worden dr. Van Leuven en De Meyere voor één maand geschorst bij uitoefening van hun praktijk door de Provinciale Raad van de Orde van Oost-Vlaanderen; op basis van volgende aanklachten: het stelselmatig beperken van de honoraria tot het door de Sociale Verzekering te vergoeden bedrag en het gratis verspreiden van een tweemaandelijks tijdschrift (Gezond) waarin huisartsen belachelijk gemaakt werden. Gedurende hun aanvaring met de Orde der Geneesheren konden zij op de steun rekenen van o.a. moraalfilosoof Etienne Vermeersch. De aanvaring met de Orde bleek de vonk te zijn voor het mobiliseren van vijfhonderd dokters en studenten geneeskunde in Vlaanderen. In beroep heeft de Raad van Beroep van de Orde de duur verminderd tot veertien dagen. In april 1975 ontzegde het Hof van Cassatie aan klagers hun eis. Naar aanleiding van deze schorsing stopten de artsen van het Medisch Huis met het werken aan terugbetalingstarieven. Na een aanvaring met dr Pruyt, verkocht dr Frans van Leuven het Medisch Huis aan laatstgenoemde en richtte een nieuwe Groepspraktijk op in de Dokter Callaertstraat in Merelbeke.
***********
Archiefgeschiedenis: Het archief werd door Frans Van Leuven thuis (Medische Huis Merelbeke) bewaard.