650: Archief van SAM Limburg

Van alle vijf streeksteunpunten is er archief aanwezig, het ene streeksteunpunt is ruim beter gedocumenteerd dan het andere. Van West- en Zuid-Limburg is er veel archief, van Maasland weinig. Opvallend is dat ondanks hun ontstaan in de jaren 1970 er niet veel archief is uit deze periode, maar dan we...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:Het archief is raadpleegbaar.
Reference code:650
Level of description:archief
By: SAM Limburg
Date:1966-2014
Online access: https://hdl.handle.net/10796/AE30ECC3-FCB6-49BC-A5D4-B11A04A60553?locatt=view:level2
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Van alle vijf streeksteunpunten is er archief aanwezig, het ene streeksteunpunt is ruim beter gedocumenteerd dan het andere. Van West- en Zuid-Limburg is er veel archief, van Maasland weinig. Opvallend is dat ondanks hun ontstaan in de jaren 1970 er niet veel archief is uit deze periode, maar dan weer wel uit de jaren 1980-90. Enkel bij Midden-Limburg zijn alle jaarverslagen terug te vinden, bij de andere streeksteunpunten is deze reeks zeker niet volledig. Daarnaast is er materiaal van de bestuursorganen, de programmatie, subsidiedossiers, verslagen van diverse werkgroepen en projecten terug te vinden. Er is materiaal terug te vinden over de industriële omschakeling, werkloosheid en werkgelegenheid, fruitteelt, landbouw, toerisme, leefmilieu, infrastructuur en ruimtelijke ordening, openbaar vervoer, onderwijs, migratie, wijkontwikkeling, thuislozen, logementshuizen, armoede, bejaarden. Ook een uitgebreide geschiedenis van de Texaswijk in Genk. Van de coördinerende vzw’s is er ook archief over hun werking en de herstructureringen binnen de sector opbouwwerk.
Date:1966-2014
Physical description:[6,93 strekkende meter]
Notes:Wijkkrantjes en publicaties werden afgescheiden en ondergebracht in de bibliotheek. Ook foto’s en affiches worden apart opborgen en beschreven. In het archief van de voormalige medewerker Vercammen, werd het materiaal betreffende zijn bevoegdheid binnen de provincie als CVP-mandataris niet opgenomen in het archief van vzw Samenlevingsopbouw Limburg.
***********
Biografie: Na het uitbreken van de internationale kolencrisis in 1958 en de opgelegde productie-beperkingen van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal), verkeerden ook de Kempense mijnen in zwaar weer. Het nationale energiebeleid kende geen prioriteit meer toe aan de verdere ontwikkeling van het Limburgse bekken. In 1965 kondigde de Belgische regering de sluiting van Zwartberg aan. De mijnwerkers waren echter niet van plan zich hierbij neer te leggen: zware stakingen en protesten volgden met als trieste balans twee doden op 31 januari 1966. Na lang onderhandelen werden de politieke akkoorden van Zwartberg gesloten: geen mijnsluitingen zonder vervangende werkgelegenheid. Door deze ongunstige situatie werden het Maasland en West-Limburg gestimuleerd om een aantal krachten te bundelen in de Vereniging voor Streekontwikkeling. Vanuit deze samenwerking poogde men tot een herstel te komen van het economische leven. In de jaren 1970 werd de streekontwikkeling voortgezet in Zuid-, Midden- en Noord-Limburg. De vijf streeksteunpunten stelden zich tot doel de algemeen maatschappelijke ontwikkeling van hun streek op pluralistische wijze te bevorderen. Ze worden hierbij ondersteund en begeleid door de Limburgse Raad voor Samenlevingsopbouw (LISO). De verenigingen voor streekontwikkeling waren erkend door het ministerie van Cultuur en werden ook financieel gesteund door het provinciebestuur en de gemeentebesturen. Naast de streeksteunpunten ontstond midden jaren 1970 ook het buurtopbouwwerk vanuit het initiatief van bewoners en vrijwilligers in de kansarme buurten in de mijnstreek. Die waren vooral actief rond materiële problemen (woonomgeving, riolering, slechte staat van de wegen) en het opzetten van opvangactiviteiten (ontmoeting, vorming en hulpverlening voor de bewoners). In de beginjaren werkten ze met eigen middelen en beperkte subsidies. In de jaren 1980 kwam er een ondersteuningsorganisatie voor de zes lokale buurtgerichte opbouwwerkinstellingen en het Huurderssyndicaat: het Steunpunt Opbouwwerk (STEBO). Het buurtopbouwwerk kreeg meer erkenning. Met een herstructurering van het opbouwwerk in Vlaanderen ontstond in 1985 een overleg-organisatie, Limburgs Overleg Opbouwwerk-Steunpunten (LOOS), met een bestuur bestaande uit de afgevaardigden van de vijf streeksteunpunten, het STEBO en de LISO, plus een aantal gecoöpteerden. Met de overheveling van LISO naar de provincie en een nieuw Vlaams decreet inzake opbouwwerk, ging LOOS in 1993 over in het Regionaal Instituut voor Maatschappelijk Opbouwwerk Limburg (RIMO-Limburg). Het had een hoofdzetel in Hasselt en regionale secretariaten in tien gemeenten, en werd gesubsidieerd door het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse overheid (80 procent), gemeenten en provinciebestuur. Het richtte zich tot achtergestelde groepen met veelal een combinatie van problemen zoals het gebrek aan betaalbare sociale woningen, waardoor sommigen in krotten woonden, en een overaanbod aan kleine leningen, waardoor velen bergen schulden hadden. Die achtergestelde groepen waren meestal groepen met een migratieachtergrond, maar ook kleine dorpsgemeenschappen in Zuid-Limburg, of alleenstaande moeders. Het RIMO-Limburg werkte rond drie thema’s: verbetering van de woonkwaliteit, opvolging van achtergestelde groepen en de impulsgebieden zoals woonwagenparken. Gedurende de jaren bleef RIMO-Limburg zich inzetten voor het versterken van de leefbaarheid in buurten, en het verbeteren van de woonkwaliteit, het onderwijs en de dienstverlening. De vereniging telt ruim dertig buurt- en opbouwwerkers, die actief zijn in meer dan 25 kansarmoedeprojecten, verspreid over de regio Limburg. Ze valt onder Samenlevingsopbouw. Voor sommige onderdelen is er samenwerking en ondersteuning van SAM vzw, steunpunt Mens en Samenleving.
***********
Archiefgeschiedenis: Het archief stond in een lokaal van RIMO Limburg in Hasselt. Vooraleer het daar terechtkwam, stond het verspreid in de provincie, meer bepaald in de locatie van de streeksteunpunten opbouwwerk. Op de dozen stonden etiketten met Midden-, West- en Zuid-Limburg. Daarnaast waren er nog dozen van een voormalige medewerker, Vercammen. Doordat hij bij zijn afscheid een grote selectie had doorgevoerd in zijn archief, zit er ook materiaal in m.b.t. zijn bevoegdheid binnen de provincie als CVP-mandataris. Dan waren er nog dozen met de afkorting LOOS (voorloper van RIMO Limburg) en een groot aantal dozen met vermelding ‘projecten’. Op het archief was er reeds een selectie gebeurd door medewerkers, waardoor het fragmentarisch is bijgehouden.