125/00031: Stukken over de inhuldiging van het Matteoti monument te Brussel op 11 september 1927
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris. |
---|---|
Reference code: | 125/00031 |
Level of description: | bestanddeel |
By: | |
Date: | 1927 |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | 1927 |
---|---|
Physical description: | [1 omslag] |
Notes: | Biografie: Joseph Bondas (Seraing, 25 november 1881 - 1 januari 1957) was een van de belangrijkste leiders van het socialistisch syndicalisme gedurende de periode 1920-1940. Zijn eerste loopbaan begon op zijn dertiende als mecanicien in de Cockerillfabrieken. Tot in 1908 werkte hij in verschillende metaalverwerkende ondernemingen in de omgeving van Luik. Vanaf 1894 stortte hij zich in het syndicalisme, als militant van de Socialistische Jonge Wacht (SJW). In 1905 was hij medestichter van de eerste vakbond voor metaalarbeiders, Relève-toi, waarvan hij ook de eerste schatbewaarder was tot in 1912. Vervolgens nam hij deel aan de oprichting van de Federatie van Metaalarbeiders, waarvan hij permanent lid werd vanaf 1908. Daarna hield hij zich bezig met de Intersyndicale Gerechtelijke Instantie. In 1914 vertrok Bondas naar Engeland en keerde een jaar later terug om vooral het naoorlogse syndicalisme voor te bereiden. Vanaf 1917 werd hij de eerste secretaris van de Algemene Federatie van Vakbonden van Luik-Hoei-Borgworm. Hij bleef het tot in 1940. Tegelijkertijd was hij secretaris van de Federatie van Metaalarbeiders van de provincie Luik. Dankzij deze sleutelposities in het Luikse oefende hij een belangrijke invloed uit op het socialistisch syndicalisme van de tussen-oorlogse periode. In 1921 werd hij benoemd tot nationaal secretaris van de Vakbondscommissie. Bovendien was hij lid van het uitvoerend comité van de Centrale van Metaalarbeiders. Als syndicaal leider vertegenwoordigde hij de reformistische beweging. Hij ging systematisch te werk om de organisaties te centraliseren en het gezag van de Vakbondscommissie te versterken. In januari 1940 werd Bondas benoemd tot algemeen secretaris van de Algemene Confederatie van de Arbeid van België. Gedurende de oorlog trad hij op als fervent tegenstander van de Unie van Hand- en Geestesarbeid (UHGA), een door de nazi’s beïnvloedde syndicale organisatie, en nam de socialistische syndicale weerstand in handen. Hij was de uitgever van de verboden Combattre et Vaincre. Hij bereidde eveneens de naoorlogse periode voor en nam o.a. deel aan de onderhandelingen van de werkgeversvertegenwoordigers en de aanvoerders van de Confederatie van Christelijke Vakbonden over de sociale toekomst. Midden 1942 vluchtte hij vanuit België via Frankrijk en Portugal naar Engeland. In Londen nam hij het algemeen secretariaat van het Belgisch Syndicaal Centrum op zich. Een jaar later werd hij benoemd tot onder-staatssecretaris voor vluchtelingen, arbeid en sociale zekerheid. Hij bekleedde die functie tot september 1944, wanneer hij terugkeerde naar België, waar hij het verdeelde socialistisch syndicalisme terug in goede banen moest leiden. Zo werd hij in mei 1945 eerste algemene secretaris van het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV). Een jaar later nam hij ontslag, op het kerstcongres van 1946. Joseph Bondas speelde eveneens een niet te verwaarlozen rol op politiek vlak. Hij was onder meer voorzitter van de Socialistische Unie van Seraing, was gemeentesecretaris van Seraing (1922-1927) en lid van het uitvoerend comité van de Luikse afdeling van de Belgische Socialistische Partij (BSP). Hij was ook actief in de socialistische arbeidersopvoeding en was raadsman in de arbeidsrechtbank van Luik (1913-1949). In 1937 werd hij benoemd tot Koninklijk Commissaris bij Bewapening. |