037/070: Dossier betreffende een vakantiekamp in Amay-sur-Meuse (Pentecôte rouge)

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris
Reference code:037/070
Level of description:bestanddeel
By: Socialistische Jonge Wacht (SJW)
Date:1960-1960
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!

Description
Date:1960
Physical description:[1 pak]
Notes:Biografie: De Socialistische Jonge Wacht (SJW) was sinds haar oprichting in de 19e eeuw de politieke vleugel van de jongerenbeweging van de socialistische partij. De wederopbouw van de in 1940 ontbonden beweging kwam na 1945 slechts geleidelijk op gang. In Vlaanderen werden de kernen die onmiddellijk na de Bevrijding ontstonden, vervangen door een nieuwe groepering: de Jongsocialisten. Tussen 1945 en 1964 bestond de SJW alleen in Brussel en Wallonië onder de benaming Fédération Nationale des Jeunes Gardes Socialistes (FNJGS). Niet alleen door die regionale beperking was ze niet de enige jeugdorganisatie van de BSP, ze richtte zich ook vooral tot de 18 tot 25-jarigen. Bovendien deed ze alleen aan politieke opvoeding van haar leden. Andere organisaties in de Belgische Socialistische Partij (BSP) namen andere categorieën jongeren op: Rode Valken, Gymsports ... De organisatie telde maximaal een 2500 leden – vooral werkende jongeren – en was dus eerder een kader- dan een massaorganisatie. De belangrijkste werkingsassen van de FNJGS waren de antimilitaristische en de internationale werking. In 1948 kwamen grote meningsverschillen naar boven over de in te slagen weg: een meer politieke werking of een klassieke jeugdwerking. Na 1954 kwam er een heropleving van de activiteiten, wat toe te schrijven was aan de overwinning van de linkervleugel op het politiek congres. Belangrijk element in die evolutie was de intrede (het entrisme) van enkele trotskisten vanaf 1950. De nieuwe leiding stimuleerde een reeks nieuwe activiteiten: kadervorming, vakantiekampen, interne berichtenbladen en een documentatiedienst. Ook de internationale relaties werden uitgebreid en de campagnes tegen het militarisme werden opgevoerd. Geleidelijk distantieerde de SJW zich van de BSP. De tegenstelling kwam tot een hoogtepunt op de manifestatie in 1964 ter gelegenheid van 100 jaar Socialistische Internationale. De rellen die toen plaatsvonden, leidden tot sancties van de BSP tegen de leiding van de SJW. Toen enkele maanden later de tendens rond La Gauche uit de partij werd gezet, volgde de meerderheid van de SJW-leiding de dissidenten. De SJW werd toen een autonome organisatie met kernen in de grote steden, maar zonder nationale structuur. Het ledenaantal daalde toen van een 2500 tot enkele honderden. De organisatie had in de periode drie leidende instanties: een Nationaal Bureau voerde de beslissingen van het (jaarlijkse) congres en de Nationale Raad uit. Die Nationale Raad bestond uit vertegenwoordigers van de federaties, maar kwam zelden bijeen. De ‘dagelijkse’ leiding werd uitgeoefend door het Nationaal Executief. Die structuur werd aangevuld met enkele commissies, die in onbruik raakten en vervangen werden door studieweekends, kadervormingen ... De FNJGS was vertegenwoordigd in de structuren van de BSP en het Socialistisch Jeugdverbond (SJV), bovendien waren er nauwe contacten met de Mutualiteit der Jonge Arbeiders (MJA). Ze was ook lid van de International Union of Socialist Youth (IUSY), waar ze een oppositie probeerde uit te bouwen. Ze werd nooit effectief lid van de prowesterse World Assembly of Youth (WAY), noch van de door Moskou gedirigeerde World Federation of Democratic Youth (WFDY); beide federaties werden als te propagandistisch ervaren. De FNJGS was ook vertegenwoordigd in de Nationale Jeugdraad, een adviesorgaan van de overheid. De FNJGS gaf een eigen maandblad uit: van 1948 tot 1950 was dat Jeunesse Nouvelle, van 1953 tot 1964 heette het blad La Jeune Garde. Daarnaast waren er de interne bulletins zoals Le Bulletin du militant (dat onder andere de verslagen van het Nationaal Bureau bevatte), Infor JGS, Informations nationales, Le Courrier social, Note politique ...