441/106: Dossier betreffende de subsidieaanvraag bij de Vlaamse Overheid in het kader van Managers van diversiteit 2006
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | raadpleegbaar mits toestemming van de verantwoordelijke archivaris |
---|---|
Reference code: | 441/106 |
Level of description: | bestanddeel |
By: | |
Date: | 2006-2006 |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | 2006 |
---|---|
Physical description: | [1 omslag] |
Notes: | Biografie: De oprichting van Brussels Gekleurd vindt zijn oorsprong in het vroegere project Samen Uit-Samen Thuis. Eind 1989 zochten enkele Vlaamse verenigingen uit het sociaal-cultureel veld elkaar op om ‘iets’ te doen aan het groeiende klimaat van onverdraagzaamheid en racisme. De spelers van het eerste uur waren het Masereelfonds, de Kristelijke Werknemersbeweging (KWB) en de Kristelijke Arbeidersvrouwen (KAV). Samen met nog enkele andere verenigingen richten ze de groep ‘Samen Uit, Samen Thuis’ (SUST) op. De doelstelling was enerzijds een forum vormen voor uitwisseling van ervaring en anderzijds de samenwerking tussen verenigingen stimuleren om samen activiteiten te organiseren. Van 1989 tot 1991 organiseerde SUST ‘Vreemdlopen’, een project dat de positieve kanten van het samenleven met diverse culturen wou aantonen onder andere door middel van gegidste wandelingen doorheen de stad Brussel en kennismakingen met de diverse migrantengroepen. Na een evaluatie in 1991, werd er geopteerd voor een actievere samenwerking met de verenigingen van deze migrantengroepen. Verschillende in Brussel actieve, Vlaamse sociaal-culturele verenigingen en welzijnsorganisaties werden aangeschreven en uiteindelijk kon men van start gaan toen de Franstalige koepel Centre Bruxellois d’Action Interculturelle (C.B.A.I.), dat ruim zeventig migrantengroepen verenigt, zijn medewerking toezegde. Hieruit ontstond de werking van Brussels Gekleurd-Bruxelles en Couleurs (BG-BEC). In mei 1992 ging de eerste editie van Brussels Gekleurd van start met buurtanimaties in vijf gemeenten en met een groot feest in de Ancienne Belgique als afsluiter. Brussels Gekleurd groeide gaandeweg van bescheiden lokale animaties tot heuse buurtfeesten verspreid over tientallen wijken. Door het vele werk dat dit met zich meebracht was professionele ondersteuning een noodzaak geworden. Iets wat men uiteindelijk kon verkrijgen door subsidies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Daardoor was men in staat om een voltijds coördinator aan te werven. Om dit alles verder in goede banen te leiden werd in 1996 (26 maart 1996) beslist om van een feitelijke vereniging over te gaan naar een vzw. Brussels Gekleurd vormde een netwerk van verenigingen en inwoners die ernaar streefden om de relaties tussen verenigingen, cultuurgemeenschappen en inwoners van de Brusselse wijken te verbeteren. Ze wilden tevens de strijd aangaan tegen alle vormen van uitsluiting en racisme en ijveren voor gelijke politieke, sociale en economische rechten. Om deze doelstellingen te bewerkstelligen richtte men zich op verschillende activiteiten. Zo deed men inspanningen ter promotie van interculturele contacten en ter versterking van het sociaal weefsel. Via hun acties wou men de banden tussen verenigingen en bewoners herstellen, de artistieke en culturele producten van bewoners en verenigingen verspreiden en het bewustwordingsproces van de bewoners bevorderen, zodat ze zelf een meer solidaire en rechtvaardige samenleving opeisen. Ze schreven deze doelstellingen en acties neer in een charter, dat ze lieten ondertekenen door de lokale comités die in hun naam activiteiten organiseerden. In dit charter stonden verder nog enkele voorwaarden, zoals minstens tweetalig Nederlands/Frans naar buiten treden, de wijkbewoners zoveel mogelijk betrekken in het hele proces, de boodschap van Brussels Gekleurd-Bruxelles en Couleurs uitdragen en geen commercieel karakter of winstgevend doel hebben. Dit charter werd uitgewerkt om zoveel mogelijk verenigingen te betrekken en de kernboodschap van Brussels Gekleurd-Bruxelles en Couleurs duidelijk te maken. Vormelijk gezien was Brussels Gekleurd een vzw, maar in de praktijk functioneerde het meer als een netwerk. Enerzijds had je de Raad van Beheer, de Kerngroep genoemd, en anderzijds had je de lokale comités. Als overkoepelende geheel zag Brussels Gekleurd erop toe dat de wijkfeesten en buurtanimaties in goede banen geleid werden. De lokale comités zorgden voor de concrete invulling en zochten zoveel mogelijk de nodige fondsen bijeen. Brussels Gekleurd regelde de praktische ondersteuning en een bescheiden financiële steun per comité, verzorgde de verspreiding van publiciteit en had ook een uitleenfunctie (vb tenten, T-shirts, ballonnen,…). Er werd ook elk jaar een thema uitgewerkt, zodat bij elk buurtfeest de rode draad naar boven kwam en de samenhang tussen de buurten versterkt werd. Om de communicatie tussen de twee niveaus vlot te laten verlopen, waren er verschillende vergaderingen. Op regionaal niveau waren er de bijeenkomsten van de Kern. Afgevaardigden van de meewerkende verenigingen vertegenwoordigden de leden van deze kerngroep. Op plaatselijk niveau waren er dan de lokale comités die een collectief van wijkbewoners en plaatselijke verenigingen vormden. Zij organiseerden de wijkfeesten en lokale animatie en kwamen daarvoor samen volgens eigen behoeften en ritme. De organisatie van de wijkfeesten en lokale initiatieven was op die manier steeds in handen van een collectief van bewoners en lokale verenigingen. Alle wijkbewoners werden betrokken bij de voorbereiding en de afwikkeling van het lokale initiatief. Het proces was hierbij even belangrijk als het resultaat zelf. Naast de kern en de lokale comités, was er nog het secretariaat waar alle administratie werd afgehandeld, en het bureau, waar enkele leden van de kern in zetelden en zorgden voor de voorbereiding van de kernvergaderingen. Daarnaast was er twee keer in het jaar een algemene ledenvergadering, voor iedereen die op een of andere manier betrokken was bij Brussels Gekleurd. Er bestonden tevens nog verschillende werkgroepen die enkele taken van de raad van bestuur overnamen. Enkele voorbeelden zijn de Werkgroep Financiën, Werkgroep Enquêtes, Werkgroep Trefdag, Werkgroep Tweetaligheid. Brussels Gekleurd steunde van in het begin op subsidies en sponsoring. Het was vooral de Vlaamse Gemeenschapscommissie die hierin de belangrijkste bijdrage leverde. Mede dankzij hen kon Brussels Gekleurd zich omvormen tot een vzw. Daarnaast werden er veel andere subsidiedossiers ingediend, regelmatig met succes. De voornaamste door de jaren heen waren, naast de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Waalse Gemeenschapscommissie (Cocof), de Vlaamse Gemeenschap, de Franstalige Gemeenschap, de Europese commissie en het Impulsfonds. Toch bleef het financiële luik jarenlang een zorgenkind. Alle subsidies voor Brussels Gekleurd waren immers projectsubsidies, geen enkele een structurele subsidie. Dit zorgde ervoor dat die subsidies elk jaar opnieuw moesten aangevraagd worden en zo telkens de nodige onzekerheid veroorzaakten. Dit was duidelijk niet bevorderlijk voor een initiatief met een lange termijnwerking zoals Brussels Gekleurd. Daarbij kwamen er door het groeiende succes steeds meer gegadigden voor hetzelfde bedrag. In 2005 heeft men dan een poging gedaan om tussen de lokale comités het kaf van het koren te scheiden. Initiatiefnemers moesten met meer argumenten aankomen waarom zij de oorspronkelijke doelstelling van Brussels Gekleurd naar buiten wilden dragen en hoe ze dit wilden doen. Naast subsidies bestond er ook een steuncomité. Wie lid werd van Brussels Gekleurd, moest jaarlijks een bijdrage storten. Veelal gebeurde dit spontaan maar er werden veel mensen aangeschreven om hun steun te betuigen en financieel een handje toe te steken. Door tevens ‘bekende’ mensen aan te porren wou men de beweging een bredere bekendheid geven. Brussels Gekleurd voerde zelf ook een kleinschalige sponsoring aan de hand van media, advertenties in hun folder, sticker- en T-shirtverkoop. Elk jaar werden de wijkfeesten op gang getrokken door het Startfeest van Brussels Gekleurd. Op die manier zette men de lokale initiatieven al op voorhand in de kijker. De wijkfeesten werden gehouden van het voorjaar tot najaar. Ze waren meestal een combinatie van spelactiviteiten, eetgelegenheden met optredens van lokale groepjes en meer bekende personen. Daarbij wou men zoveel mogelijk gratis houden voor de bezoekers. Van vijf wijkfeesten met een slotfeest is dit met de jaren uitgegroeid tot een twintigtal wijkfeesten en allerhande nevenactiviteiten in verschillende Brusselse wijken. Daarnaast werd er elk jaar ook een Trefdag georganiseerd. De bedoeling hiervan was om te brainstormen over de werking van de vereniging, uitdagingen aan te pakken en om kennis te maken met initiatieven van elders. Daarvoor trok men experten van buitenaf aan om hun ideeën en ervaringen te delen. Brussels Gekleurd creëerde ook elk jaar een ‘Rode Draad’. Een thema waarmee men door alle wijkfeesten ging om ze zo te verbinden en de grenzen verder te doorbreken. Zo werd er bijvoorbeeld een sloganwedstrijd georganiseerd en een wijkspel opgezet. Naast hun hoofdbezigheid werden ook allerlei projecten opgericht, colloquia georganiseerd, alles om de diversiteit en samenhorigheid van de Brusselse wijken en daarbuiten te stimuleren. Brussels Gekleurd had zijn eigen blaadje, Info-Bulletin. Wat in ’97 begon als een paar kopietjes, is later uitgegroeid tot een trimestriële uitgave. Onder de Brusselse verenigingen raakte het bulletin wijdverspreid. Via de Infomail en het Info Magazine berichtte men tevens over de voorbije en komende activiteiten. Zoals hierboven reeds aangehaald ligt de oorzaak van het einde van Brussels Gekleurd bij de financiële problemen. De Waalse Gemeenschapscommissie (Cocof) besloot vanaf 2006 geen subsidie meer uit te keren aan Brussels Gekleurd. De aangehaalde reden was het feit dat Brussels Gekleurd een bicommunautaire vzw was en als zodanig niet paste in het decreet gerelateerd aan het ‘Cohesion Sociale’ (een decreet van 13 mei 2004 dat in werking trad vanaf 1 januari 2006), waarin gesteld werd dat men exclusief bij één gemeenschap moet horen. Concreet betekende dit dat Brussels Gekleurd zich zou moeten aanpassen en een exclusief ééntalige, in dit geval Franstalige, vzw moest worden, indien het nog wou rekenen op subsidies van het Cocof. Hier kon men niet mee akkoord gaan. Er werd meteen actie ondernomen door een grootschalige petitie op te starten. Men vroeg de Brusselse overheden om twee- of meertalige initiatieven te blijven steunen en indien dit onmogelijk was wou men dat de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie genoeg middelen kreeg om ondersteuning te bieden aan alle gemeenschapsgebonden initiatieven in Brussel. Ondanks weerklank in de pers kregen ze geen gehoor. De Vlaamse Gemeenschapscommissie bleef wel de tweetalige realiteit van de vzw tolereren , maar de subsidies bleken uiteindelijk niet voldoende te zijn om de werking van Brussels Gekleurd te continueren. Eind 2008 is men dan ook in vereffening gegaan. |