427/068: Dossier betreffende de syndicale werking in de firma Ostend Stores & Ropeworks nv
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | raadpleegbaar mits toestemming van de verantwoordelijke archivaris |
---|---|
Reference code: | 427/068 |
Level of description: | bestanddeel |
By: | |
Date: | 1981-1985 |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | 1981-1985 |
---|---|
Physical description: | [1 omslag] |
Notes: | Biografie: De Textielarbeiderscentrale van België (TACB) werd opgericht in 1898 en is daarmee een van de oudere syndicale verenigingen van België. Bovendien was het een van de weinige centrales die in Vlaanderen (en dan vooral in Gent) veel sterker stond dan in Wallonië. De centrale bleef echter lang niet veel meer dan een soort koepel boven de twee gewestelijke organisaties, m.n. de Vlaamse Gewestelijke Textielfederatie en de Fédération Ouvrière de l'industrie Textile Verviétoise. Pas in 1935 wordt de TACB een volwaardige centrale, wanneer de Fédération Ouvrière de l'industrie Textile Verviétoise haar verzet tegen de centralisering opgeeft en samensmelt met de Vlaamse Gewestelijke Textielfederatie. In West-Vlaanderen was er geen gewestelijke koepel van de TACB, omdat er niet genoeg afdelingen waren. Er was namelijk een minimum aan aangesloten leden nodig voordat een aparte afdeling kon worden opgericht en enkel in het zuiden van de provincie waren er voldoende textielbedrijven om die kritische massa aan arbeiders te bereiken. Gebieden waar er niet genoeg leden waren, werden vertegenwoordigd door een andere secretaris van de TACB of door een secretaris van het ABVV. De eerste lokale afdelingen zien we dan ook ontstaan in grotere steden zoals Brugge en Kortrijk en in steden met een grotere concentratie textielbedrijven zoals Menen, Ieper, Wervik en Roeselare. De eerste naoorlogse afdelingssceretaris van Roeselare is Pierre Deleu. Verder werden alle West-Vlaamse afdelingen rechtstreeks onder de bevoegdheid geplaatst van nationaal TACB-secretaris Arthur Sercu. De keuze om Artur Sercu als verantwoordelijke aan te stellen, is logisch, aangezien hij reeds sinds 1933 de belangrijkste figuur was in de syndicale middens van de Roeselaarse textielnijverheid. Vanaf de tweede helft van de jaren vijftig begint de centralisatie op te treden. Kleinere afdelingen worden verenigd en onder de bevoegdheid van een secretaris geplaatst. In 1958 krijgt Pierre Deleu er de afdeling Tielt bij en twee jaar later verwerft hij ook Ingelmunster, Brugge en Oostende. In hetzelfde jaar neemt Arthur Sercu ontslag als nationaal secretaris van de TACB en wordt het Textielhuis in de Ieperstraat 13 te Roeselare ingehuldigd. Op dat moment is West-Vlaanderen opgedeeld in vier gewesten: Roeselare-Tielt-Ingelmunster-Brugge-Oostende, Kortrijk-Avelgem-Wevelgem, Menen-Wervik en Ieper-Comines-Le Bizet. In 1963 gaat Pierre Deleu met pensioen. Door de toenemende groei van de TACB wordt een nieuwe structuur gemaakt. Roger Leman wordt secretaris voor Roeselare-Tielt. Arthur Bultynck verwerft Ingelmunster en André Coene komt aan het hoofd van de afdeling Brugge-Oostende-Diksmuide-Veurne. De verschillende afdelingen blijven wel een nauwe band behouden. Op de nationale congressen van de TACB van 1963, 1965 en 1968 worden ze bijvoorbeeld allemaal vertegenwoordigd door Arthur Bultynck. Daarnaast blijven de afdelingen Kortrijk, Menen-Wervik en Ieper bestaan. Deze structuur blijft gehandhaafd tot eind 1979. In dat jaar gaat André Coene van Brugge-Oostende met pensioen. Aangezien deze afdeling niet erg groot is, wordt beslist om geen nieuwe secretaris aan te wijzen, maar om de afdeling te splitsen en te verdelen. Brugge wordt bij Ingelmunster gevoegd en Roger Leman verwerft Oostende (samen met Veurne en Diksmuide). In 1985 gaat Roger Leman met pensioen en hij wordt opgevolgd door zijn stiefzoon Tyno Parmentier. Aan het bestaan van de TACB als zelfstandige centrale komt formeel een einde in 1993, wanneer ze samen met de Centrale der Kleding en Aanverwante Vakken van België en het Syndicaat der Belgische Diamantnijverheid opgaat in het ABVV Textiel, Kleding en Diamant. Op dat moment wordt ook de oude uitvalsbasis in de Ieperstraat verlaten en wordt een nieuw gebouw in de Zuidstraat in gebruik genomen. De centrale had drie kerntaken: 1. Het (mee) organiseren van sociale verkiezingen. 2. Hulp bieden aan werknemers binnen de sector (het sociaal dienstbetoon). 3. Het vertegenwoordigen van de werknemers tegenover de werkgevers, onder andere door het voeren van CAO-gesprekken, het organiseren van syndicale acties en via de ondernemingsraden en de comités voor veiligheid en gezondheid. De grootste en belangrijkste bedrijven waarin het TACB – Gewest Roeselare-Tielt-Oostende actief was, waren: de n.v. Dumont – Wyckhuyse uit Roeselare, Louis De Poortere n.v. uit Roeselare, de n.v. Carpet Engineering / Carpet Yarns uit Diksmuide, de Spinnerij van Veurne uit Veurne en Ostend Stores & Ropeworks n.v. uit Oostende. |