528/50: Lijst inschrijvingen voor de gebonden jaargang De Stem der Vrouw 1956.
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris |
---|---|
Reference code: | 528/50 |
Level of description: | bestanddeel |
By: | |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | [z.d.] |
---|---|
Physical description: | [1 stuk] |
Notes: | Biografie: Vogelina Lobe werd op 23 juni 1912 te Amsterdam geboren. Haar ouders verhuisden echter al vlug naar Antwerpen. Naar de Normaalschool kon ze niet omdat ze nog de Nederlandse nationaliteit bezat. Die Nederlandse nationaliteit bracht haar tevens in de gevangenis na een manifestatie van oud-strijders, waarop ze antimilitaristische pamfletten uitdeelde. Na een betoging door socialistische studenten voor haar vrijlating, kreeg Willem Eekelers haar vrij. Onder die studenten bevond zich Josephine Stas, die jonge vrouwen trachtte te interesseren voor de Socialistische Vrouwenbeweging. Lobe sloot dan ook in 1930 bij de SV aan. Onmiddellijk verschenen artikels van haar in Volksgazet, ABC, Vrouwenfront en De Stem der Vrouw, waarvan ze vanaf april 1936 tot einde 1968 de hoofdredactrice was. Ze was één van de eerste vrouwen die durfde schrijven over geboorteregeling, sexuele voorlichting en bewust moederschap. In 1931 leerde ze Isabelle Blume kennen, die haar vroeg om haar bureel in het Volkshuis te Brussel te organiseren. Ze bleef Blumes secretaresse tot 1937, waarna ze nationale adjunct-secretaresse van de SVV werd tot 1944. Terwijl zij actief was op verschillende niveaus in de socialistische vrouwenbeweging, werd zij in 1956 directrice van de Stedelijke School voor Maatschappelijke Assistenten te Antwerpen. In 1955 werd ze ondervoorzitter van de Belgische Vereniging voor Sexuele Voorlichting. Vanaf 1973 maakte ze deel uit van de werkgroep, gesticht in het kader van de Socialistische Gemeenschappelijke Actie, om de geschiedenis van de socialistische arbeidersbeweging van Antwerpen te schrijven. Vogelina Lobe huwde de Antwerpse kunstenaar Frans Dille. |