558/019: Verslagen van het bestuur van 12 januari 1951 tot 30 december 1952
Saved in:
Raadpleegbaarheid: | raadpleegbaar |
---|---|
Reference code: | 558/019 |
Level of description: | bestanddeel |
By: | |
Date: | 1951-1952 |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Date: | 1951-1952 |
---|---|
Physical description: | [1 omslag] |
Notes: | Biografie: De Antwerpse Diamantbewerkersbond werd opgericht op 19 augustus 1895 en slaagde erin in de periode 1895-1928 uit te groeien tot één van de machtigste vakbonden van Antwerpen. Hoewel bijna alle bestuursleden van de ADB in de BWP actief waren, bleven zij voorstanders van een onafhankelijke positie van de bond tegenover de BWP. Het dispuut rond het al dan niet aansluiten bij de Syndikale Kommissie van de BWP verdeelde de ADB in twee kampen en belemmerde de verdere bloei van de bond. De voorstanders van de aansluiting bij de Syndikale Kommissie verenigden zich in de Algemene Belgische Diamantbewerkersbond (ABDB) en noemden zich de "geroyeerden". De polemiek tussen de ADB en de geroyeerden werd gevoerd in hun respectievelijke organen, De Volkstribuun en De Werker en was een remmende factor in de ontwikkeling van de socialistische arbeidersbeweging te Antwerpen. In 1912 werd Louis Van Berckelaer voorzitter van de ADB en hij leidde na de algemene staking van 1913 de geroyeerden terug in de bond en in de Syndikale Kommissie. Nog vóór de Eerste Wereldoorlog, maar later dan de Christelijke Diamantbewerkerscentrale, kreeg de ADB, vooral dankzij ex-geroyeerde Gustaaf Laroche, aandacht voor de diamantproduktie op het platteland. De naam van de bond veranderde in Algemene Diamantbewerkersbond van België. Door onder meer de specifieke structuur van de diamantnijverheid en de rol van Van Berckelaer tijdens de Eerste Wereldoorlog, ontstond een groeiend vertrouwen tussen de vakbond en werkgevers en kreeg overleg de bovenhand. De stichting van De Daad door de ADB in 1929, destijds de modernste diamantslijperij toont aan hoe groot de bond tegen die tijd geworden was. De Daad werd opgericht met het oog op beter financieel beheer van de bondsgoederen, als voorbeeld voor de andere fabrieken en als werkplaats bij lock-outs. De periode 1923-1929 is de grootste bloeiperiode van de bond. Het vormt ook de grootste expansieperiode van de Belgische diamantindustrie, waarbij Antwerpen opkwam als grootste diamantcentrum ten koste van Amsterdam. Na de turbulente gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog waarin Antwerpen duizenden joodse diamantbewerkers en patroons verloor, richtte een volledig vernieuwd bestuur de ADB terug op. De vooraanstaande rol van de ADB, vooral in de Antwerpse vakbeweging, onder meer door zijn voortrekkersrol op het vlak van het overlegsyndicalisme, was uitgespeeld. Door de geringe toekomstperspectieven in de sector bleef verjonging uit. De voornaamste zorg van de bond was nu het behoud van de werkgelegenheid en de arbeidsvoorwaarden. Om sterker te staan fusioneerde de ADB eerst tot Algemene Kleding- en Diamantbewerkersbond (december 1993) en vanaf november 1994 tot ABVV-Textiel, Kleding en Diamant. |