af015608: Martelen is mensenwerk …maar de bestrijding ervan ook
Affiche van Reiner Gerritsen, Hans Bockting en Will de l’Ecluse uitgegeven in 1984 door Amnesty International Nederland en Amnesty International Vlaanderen voor een campagne tegen folteringen. Afbeelding recto en verso: portretfotootjes van mensen. Tekst recto: Martelen is Mensenwerk ...maar d...
Saved in:
Reference code: | af015608 |
---|---|
By: | , , , , , |
Type: | affiche |
Date: | 1984-1984 |
Subjects: | |
Tags: |
Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
|
Summary: | Affiche van Reiner Gerritsen, Hans Bockting en Will de l’Ecluse uitgegeven in 1984 door Amnesty International Nederland en Amnesty International Vlaanderen voor een campagne tegen folteringen.
Afbeelding recto en verso: portretfotootjes van mensen.
Tekst recto: Martelen is Mensenwerk ...maar de bestrijding ervan ook.
Amnesty International Nederland Postbus 61501 1005 HM Amsterdam Telefoon (020) 84 79 05 Giro 454000, Amnesty International Vlaanderen Ruelensvest 127 3030 Heverlee (Leuven) Telefoon (016) 22 76 32 Bank 068-068 4871-78.
Tekst verso: Een van de hoofddoelstellingen van de Campagne tegen Martelen is uitvoering van het Twaalf-puntenprogramma. Amnesty International doet een beroep op organisaties, personen en met name regeringen om de uitvoering van dit programma te bevorderen. Het programma kan het beste worden omschreven als een ‘verlanglijst’ van maatregelen die regeringen in landen waar marteling thans voorkomt zouden moeten nemen. Als alle regeringen deze twaalf punten in acht nemen, zal marteling van de aardbodem verdwenen zijn.
Het Twaalf-puntenprogramma. Dit Twaalf-puntenprogramma is in oktober 1983 door Amnesty International aangenomen als onderdeel van haar Campagne tegen Martelen.
1 Veroordeling van martelen door de overheid. De hoogste gezagsdragers van elk land dienen hun volstrekte afwijzing van martelingen tot uitdrukking te brengen. Zij dienen degenen die zijn belast met de handhaving van de wet duidelijk te maken dat marteling onder geen beding zal worden getolereerd.
2 Beperking van de duur van incommunicado-detentie. Marteling vindt veelal plaats wanneer de slachtoffers incommunicado worden vastgehouden: zij mogen in de tijd dat de incommunicado-detentie duurt geen contact onderhouden met personen buiten de gevangenis die hen zouden kunnen helpen of erachter kunnen komen wat er met hen gebeurt. Elke overheid dient te waarborgen dat incommunicado-opsluiting geen gelegenheid biedt tot martelen. Het is daarom van het allergrootste belang dat alle gevangenen dadelijk na hun inverzekeringstelling worden voorgeleid voor een gerechtelijke instantie en dat aan verwanten, advocaten en artsen snel en regelmatig toegang tot de gevangene wordt toegestaan.
3 Geen geheime detentie. In sommige landen vinden martelingen plaats in geheime centra, dikwijls nadat de slachtoffers zijn ‘verdwenen’. Regeringen dienen te zorgen dat gevangenen worden vastgehouden op officieel erkende plaatsen, en dat verwanten en advocaten de beschikking krijgen over nauwkeurige informatie omtrent de verblijfplaats.
4 Waarborgen tijdens verhoor en hechtenis. Regeringen dienen regelmatig de uitvoering van de procedures voor detentie en verhoor te controleren. Alle gevangenen dienen dadelijk in kennis te worden gesteld van hun rechten, waaronder ook het recht zich te beklagen over de behandeling. Onafhankelijke instanties dienen regelmatig detentie-inrichtingen te bezoeken voor inspectie. Wanneer detentie en verhoor tot de verantwoordelijkheid van verschillende instanties behoort, zou dat een belangrijke waarborg tegen marteling zijn.
5 Onafhankelijk onderzoek naar berichten over martelen. Regeringen dienen er voor te zorgen dat onpartijdig en deugdelijk onderzoek wordt verricht naar alle klachten en berichten over marteling. De wijze van onderzoek en de bevindingen dienen openbaar te worden gemaakt. Klagers en getuigen dienen te worden gevrijwaard van intimidatie.
6 Ongeldigheid van verklaringen die door martelingen zijn afgedwongen. Regeringen dienen er voor te zorgen dat bekentenissen of ander bewijsmateriaal dat is verkregen onder marteling nimmer worden gebruikt in gerechtelijke procedures.
7 Een wettelijk verbod op martelen. Regeringen dienen er voor te zorgen dat martelen bij de wet is verboden en strafbaar is gesteld. Overeenkomstig het internationaal recht mag het verbod op martelen nimmer worden opgeschort, ook niet krachtens de staat van beleg of welke andere noodtoestand dan ook.
8 Vervolging van vermeende folteraars. Personen door wie of onder wier verantwoordelijkheid is gemarteld dienen te worden berecht. Dit principe dient te gelden ongeacht de plaats waar deze personen zich bevinden, ongeacht waar het misdrijf heeft plaatsgevonden en ongeacht de nationaliteit van daders of slachtoffers. Een ‘vrijplaats’ voor folteraars mag niet bestaan.
9 De opleiding van functionarissen. Tijdens de opleiding van alle functionarissen die zijn betrokken bij de bewaking, ondervraging of behandeling van gevangenen dient duidelijk te worden gemaakt dat martelen een misdrijf is. Zij dienen er op te worden gewezen dat zij verplicht zijn elk bevel tot martelen te weigeren.
10 Schadeloosstelling en rehabilitatie. Slachtoffers en zij die van hen afhankelijk zijn dienen recht p schadeloosstelling te hebben. Slachtoffers moeten de beschikking krijgen over de benodigde medische zorg of rehabilitatiemogelijkheden.
11 Internationale respons. Regeringen dienen alle beschikbare kanalen te benutten om hun invloed aan te wenden bij regeringen die ervan worden beschuldigd te martelen. Er dienen intergouvernementele mechanismen te worden opgezet en gebruikt om berichten over martelingen met spoed te onderzoeken en er doeltreffend tegen op te treden. Regeringen dienen er voor te zorgen dat noch opleiding van militair, politie- of veiligheidspersoneel noch kennisoverdracht de toepassing van marteling in de hand werkt.
12 De ratificatie van internationale verdragen. Alle regeringen dienen international verdragen te ratificeren die waarborgen en middelen tot bestrijding tegen martelen bieden. Dit geldt met name voor het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten inclusief het bijbehorende Facultatief Protocol dat voorziet in het individuele klachtrecht. |
---|---|
Physical description: | geheel: hoogte: 59.50 cm geheel: breedte: 42.00 cm papier |