“…Tekst verso: kelderteater arca hoogpoort, 44, gent tel. 25.18.60 23.07.31. direktie: jo decaluwe, jean-pierre de decker. kreatie voor vlaanderen. 2 mei 1972. de architekt en de keizer van assyrie van fernando arrabal. rolverdeling: de architekt: dirk buyse; de keizer: rudi van vlaenderen. vertaling: walter vanderswaelmen. dekor en produktieleiding: jacques berwouts. klankrealisatie: louis de meester - ipem. maskers: jaak van de velde. techniese leiding: mark van hecke, jean-paul van hecke. fotografie: frida leroy, juul vandevelde. assistenten van de regisseur: daan hugaert, jaak van de velde, marijke van de velde. regie: horst mentzel. wij danken de heer pierre vlerick voor het bereidwillig ter beschikking stellen van repetitieruimte in de koninklijke akademie voor schone kunsten te gent. wij danken het teater arena voor het gebruik van het belichtingsmateriaal. persoonlijk droom ik van een toneel waarin humor en poëzie, paniek en liefde versmolten zijn. poëzie is geboren uit de nachtmerrie en haar mechanisme, exces. de teatrale rite - de paniese ceremonie - moet door de toeschouwer bekeken worden als een soort offerande. dit oneindig vrije toneeltype, dat mij voor ogen staat, heeft niets te maken met het anti-teater of het absurdistiese toneel. het is een uitgebreid terrein, omneveld door dubbelzinnigheden en angstvallig bewaakt door de dolle hond die de nacht besluipt. arrabal. fernando arrabal. niets lijkt ons vreemder - of doet ons meer ontwricht en ongemakkelijk voelen dan het universum van arrabal, zoals het te vinden is in zijn stukken en romans. een jeugd waardoor hij sterk werd gebrandmerkt, verklaart gedeeltelijk wat hem behekst. in de godsdienstige spaanse kolleges die nog tot de middeleeuwen behoren, kreeg arrabal een opvoeding die hem onmiddellijk een walging voor en een smaak van het geweld bezorgde. korporele straffen, schoolboeken van de inkwisitie en een zware stilte in dewelke hij de angstaanjagende stem van een god hoorde, in wie hij niet langer kon geloven, doch die hem bleef obsederen. vervolgens de burgeroorlog en een familiedrama in het kader van een nationale katastrofe: zijn vader gearresteerd en ter dood veroordeeld, en aan het eksekutiepeleton ontsnapt om achter de tralies te belanden in een strafinrichting, waaruit hij volgens de autoriteiten zou zijn ontsnapt. niet zonder ernstige redenen bevrijdde de zoon zich van zijn moeder. arrabal verhuist naar frankrijk. dan: een onvoorzichtige uitstap in spanje in 1967. hij wordt aangehouden en beschuldigd van "belediging van het vaderland" omdat hij een indiskrete opdracht had geschreven in één van zijn boeken. de opdracht luidde: "me cargo en dios, en la patria, y en todo lo demas" = "ik schijt op god, op het vaderland en op al de rest". op zijn proces beweerde arrabal dat god de grote god pan is, en dat hij niet patria had geschreven maar patra, een troetelnaampje voor zijn kat cleopatra. hij riskeert een gevangenisstraf van twaalf jaar en wordt vrijgesproken dank zij de faam die zijn naam in het buitenland geniet en de massale tussenkomst van schrijvers als samuel beckett en françois mauriac. reeds op 35-jarige leeftijd heeft hij een indrukwekkend œuvre bij elkaar geschreven: 20 gepubliceerde en geproduceerde stukken, nog 20 ongepubliceerde, 5 romans, waarvan één een enorm werk is waaraan hij sedert 1959 heeft gewerkt. claude mauriac (uit "le figaro"). in een poging om zijn konsept van een "théâtre de la cruauté" te definiëren schreef artaud: "het gaat niet om de wreedheid die we onszelf aandoen door elkaars lichaam kapot te kerven of om de wreedheid van die keizers van assyrië die elkaar zakken vol mensenoren zenden met de post… wij zijn niet vrij. en de hemel kon wel eens op onze hoofden vallen. en het teater is er om ons dat te leren". dit is zonder twijfel de passage waar arrabal zijn "keizer van assyrië" vond. arrabal's œuvre vertoont twee afgelijnde fases. de eerste, die zijn vroege werken tot ongeveer 1962 bevat, zou kunnen worden beschouwd als een teater dat de wereld afschildert door de onschuldige maar wrede ogen van het kind. vanaf 1962 heeft hij zijn heil gezocht in het ceremonieel (dus ritueel) teater, dat hij het théâtre panique noemt. de term is afgeleid van de god pan, een godheid die landelijke vitaliteit, grotesk plezier en heilige terreur in zich verenigt. in een appendix van het vierde volume van zijn stukken (w.o. de architekt en de keizer van assyrië) getiteld "het teater als panies ceremonieel" zegt arrabal: "in onze tijd zijn verschillende mensen uit de hele wereld bezig een nieuwe teatervorm te kreëren die zijn grenzen tot het oneindige zal doortrekken. spijts de enorme verschillen tussen deze pogingen onderling, zoeken we allemaal naar een feestelijk teater, een strak georganiseerd ceremonieel. tragedie en gooi- en smijtfilm, poëzie en vulgariteit, komedie en
melodrama, liefde en erotiek, de happenings en de teorieën over totaal teater, slechte smaak en ekstreem esteties raffinement, heiligschennis en heilige vroomheid, het wrange en het sublieme, dat alles vind (sic) heel natuurlijk zijn plaats in deze feestelijke handeling: het paniese ceremonieel. ik droom van een teater waar humor en poëzie, paniek en liefde, één zijn. het teatrale ritueel zou dan een opera mundi worden zoals de fantazieën van don quichotten de nachtmerries van alice in wonderland, de angsten van josef k. en de humanoïde dromen die door de nachten van ibm-machines spreken." …”
Call Number: af015015