516: Archief van Centrale der Voeding- en Hotelarbeiders-gewest Antwerpen

Het bevat de verslagboeken van de vergaderingen van de Bond der Suiker- en Chocoladebewerkers te Antwerpen (1909-1927) en van de maaldersgasten te Merksem (1920-1922). Van de eerstgenoemde bond zijn tevens de bijdrageboeken (1905-1926) aanwezig. De rest van het archief bestrijkt vooral de naoorlogse...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris.
Reference code:516
Level of description:archief
By: Centrale der Voeding- en Hotelarbeiders - gewestelijke vakafdeling Antwerpen
Date:1885-1986
Online access: https://hdl.handle.net/10796/1B97B3E9-534D-4550-890B-45E0852EC29A?locatt=view:level2
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Het bevat de verslagboeken van de vergaderingen van de Bond der Suiker- en Chocoladebewerkers te Antwerpen (1909-1927) en van de maaldersgasten te Merksem (1920-1922). Van de eerstgenoemde bond zijn tevens de bijdrageboeken (1905-1926) aanwezig. De rest van het archief bestrijkt vooral de naoorlogse periode waarbij de congressen (nationaal en gewestelijk) en de syndicale verkiezingen goed gedocumenteerd zijn. Belangrijk voor de geschiedschrijving is het verslag van Joseph Lauwers over de “zedelijken toestand” van de Centrale tijden de tweede wereldoorlog. Bijzonder aan dit archief is de zorg die de archiefvormer gedragen heeft voor het iconografisch materiaal (bv. menukaarten van socialistische manifestaties, van internationale hotels maar ook van bv. historische gebeurtenissen zoals de wereldtentoonstellingen (1860-1956), voor de affiches en voor het fotomateriaal (de uitstappen in de jaren ’30, de stakingen bij de firma’s Zwan en De Beuckelaer, optochten, enz.)
Date:1885-1986
Physical description:3,63 strekkende meter
Notes:Biografie: De geschiedenis van de Centrale gaat terug tot 1885 toen de corporatie van confiseurs haar naam veranderde in “Syndikaat van Suiker- en Chocoladebewerkers”. In hetzelfde jaar werden ook de eerste contacten gelegd tussen de confiseurs en de chocoladebewerkers van Brussel, Antwerpen, Doornik en Verviers, waaruit een “Nationale Federatie van confiseurs- en chocoladebewerkers” ontstond. De Antwerpenaars Henri Dierckx en Armand Janssens behoorden tot de pioniers. Na de stichting begon de federatie meteen toenadering te zoeken tot de bakkersvakbonden. In 1901 vermeldt het verslag van de Syndikale Kommissie van de Belgische Werkliedenpartij 4 voedingsvakbonden die in totaal 402 leden telden (op totaal 84.898 aangeslotenen). Pas in 1905 besloten de federaties van de bakkers en de confiseurs te fusioneren tot de “Nationale Federatie van Voedingsarbeiders” De leiding van de federatie werd in 1909 waargenomen door Emile Uitroever uit Brussel, in 1910-1911 door Armand Janssens uit Antwerpen en nadien nog door Emiel Lauwers werkzaam bij chocolaterie Duc te Antwerpen. De nog erg losse en informele structuur van de Nationale Federatie werd in 1911 vervangen door de “Centrale Vereniging der Voeding- ,en Landarbeiders van België die erkend werd door de Syndikale kommissie als enige nationale organisatie waarbij alle takken van de voedingssector dienden aan te sluiten. Jozef Lauwers, bestuurder van de Brusselse Vakbond van Suiker- en chocoladebewerkers, werd de eerste voorzitter en Guillaume Machtens werd secretaris. Al spoedig werden de rollen omgekeerd en werd Lauwers secretaris en Machtens voorzitter. De gewestelijke organisatie Antwerpen, onder leiding van Armand Janssens, speelde een grote rol in het opstarten van de jonge centrale door verschillende kleine mutualiteiten en vakbonden te doen aansluiten. Het ledental van de Centrale klom naar 815 in 1911. In 1912 verscheen het tweetalig orgaan: “l’Alimentation – Voeding” Na de Eerste Wereldoorlog kende de Centrale een spectaculaire opgang (8.700 leden in 1920). In 1919 werden op het congres volgende eisen geformuleerd: afschaffing nachtwerk in de bakkerij, zondagrust voor slagers en brouwers, invoering van de 8-urendag, Engelse week voor de bakkers (max. 45 u.), minimumlonen in alle takken van de voedingsnijverheid. In 1926 sloot het kokpersoneel (hotel) aan bij de Centrale. In de jaren ’20 waren er ook nog voortdurend discussies over de afbakening van de syndicale grenzen: vooral de Centrale Gemengde Vakken (de latere Algemene Centrale) wierf leden aan uit de voedingsnijverheid. In de jaren ’30 regeert de Centrale vooral tegen het patronaat dat buitenlandse werknemers aantrok om zwartwerk te verrichten. De periode 1930-1940 zorgde echter ook voor de groepering en de versteviging van de Centrale. Eind 1940 telde zij 12.000 leden. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, op 10 mei 1940, werd de zetel van de Centrale van Koksijde verplaatst. Een week later vluchtte nationaal secretaris Lauwers naar Frankrijk met het ganse bezit van de Centrale. Na de capitulatie kwam hij op 7 augustus terug naar België. De Duitsgezinde fractie van de Centrale zette hem echter af. Lauwers trachtte nog het bezit te redden door een vzw op te richten, maar moest het geld van de Centrale toch overmaken aan de nieuwe volmachtdrager, Ronny Vergeylen, voormalig afdelingssecretaris te Gent. Na de bevrijding ontstond grote verdeeldheid in de Centrale. Het eerste naoorlogse congres besloot de Centrale weer op te bouwen onder de oude benaming “Centrale Vereniging der Arbeiders van de Voedingsbedrijven van België”. De Antwerpse secretaris Jean De Potter meldde in 1947 dat deze gewestelijke afdeling méér dan 3.000 leden telde, waaronder ruim 1.500 vrouwen. In 1953 ging Lauwers op rust, Henri Ceuppens en Jozef Van Sina volgen hem op na het fusiecongres van 26 april waardoor Louis Major de rust in de Centrale herstelde. Als nieuwe benaming werd ingevoerd: “Centrale der Arbeiders van de Voeding- en Hotelbedrijven van België. Een groot deel van het archief van de Voedingscentrale ging verloren tijdens de twee wereldoorlogen.
***********
Een gedeelte van het Antwerps materiaal kwam via de gewestelijke afdeling bij AMSAB-CLM terecht.