288: Archief van Agence de Presse Libération-Belgique (APL-B)

Het is een uitzonderlijk rijke verzameling alternatieve en revolutionaire publicaties uit binnen- en buitenland, van Pekin-Information tot zeer lokale blaadjes met een beperkte oplage en verspreiding. In akkoord met de depotgevers werd beslist om enkele periodieken niet te bewaren: Granma, Lotta Con...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Raadpleegbaarheid:Het archief is raadpleegbaar mits toestemming van de dienstdoende archivaris. De interne administratie, is niet vrij consulteerbaar.
Reference code:288
Level of description:archief
By: Agence de Presse Libération-Belgique
Date:1972-1993
Online access: https://hdl.handle.net/10796/79088CDA-A4D6-49D3-BB80-2306ED20E866?locatt=view:level2
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Description
Summary:Het is een uitzonderlijk rijke verzameling alternatieve en revolutionaire publicaties uit binnen- en buitenland, van Pekin-Information tot zeer lokale blaadjes met een beperkte oplage en verspreiding. In akkoord met de depotgevers werd beslist om enkele periodieken niet te bewaren: Granma, Lotta Continua (overgedragen naar een instituut in Turijn) en de krant Libération (behalve de eerste twee jaargangen). Maar er blijft veel zeldzame documentatie over: een 500-tal affiches, een verzameling foto’s, een groot aantal periodieken en een reeks dossiers en documentatiemappen over allerhande nieuwe sociale bewegingen.
Date:1972-1993
Physical description:15,18 strekkende meter
Notes:Biografie: Het Agence de Presse Libération-Belgique (APL-B) is ontstaan in 1972 naar het voorbeeld van het persagentschap APL dat een jaar eerder in Frankrijk opgericht was. Geconfronteerd met de weigering van de traditionele persagentschappen om sommige berichten op te nemen was daar het idee gegroeid om zelf voor de verspreiding van berichten in te staan. Overal in Europa is er na 1968 een nieuwe pers met eigen kranten en tijdschriften ontstaan. Deze nieuwe pers had nieuwe persagentschappen nodig om zich zonder censuur te kunnen uitdrukken, zonder vervorming en in een begrijpelijke taal. In Frankrijk ontstond binnen de kern van APL een ploeg die in 1973 de krant Libération oprichtte en zich afscheurde van het persagentschap, in België was dit niet het geval. Maar daar is zeker aan gedacht. APL-B kon in de beginjaren als een lokale antenne van het Franse APL beschouwd worden, en werkte zelf inspirerend op een groep Leuvense studenten die van 1975 tot 1980 onder de naam Bevrijdingspersagentschap een gelijkaardige werking ontwikkelden. APL-B verstuurde vanaf 1972 een bulletin over sociale en politieke bewegingen, evoluties en strijd, soms op wekelijkse basis, soms tweemaal per week, soms op onregelmatige tijdstippen. APL-B noemde zichzelf een collectief, wat verband hield met zijn zelfbeherende manier van functioneren; wilde helemaal geen politieke organisatie zijn en ook niet verbonden aan een partij of ermee geassocieerd worden. Het zette nooit de stap tot de oprichting van een vzw, maar bleef een feitelijke vereniging. Het doel was de lezers de mogelijkheid bieden om ideeën, ervaringen en kritieken te laten circuleren, en te informeren in het perspectief van een maatschappijverandering. De traditionele pers kreeg het verwijt dat de objectiviteit die ze beweerde na te streven maar schijn was, dat ze zich alleen baseerde op officiële berichtgeving en passief toekeek op onrecht en repressie. Alles wat niet officieel of niet spectaculair was, kreeg geen plaats in de traditionele pers en bijgevolg was de vrijheid van meningsuiting een illusie, zeker voor degenen die niet over de middelen beschikten om zich uit te drukken. APL-B wou dat met een andere manier van nieuwsgaring verhelpen. Dus naast het gebruikelijk doornemen van de pers, het bijwonen van persconferenties…, ging het op zoek naar nieuws bij de basis en probeerde het die basis te stimuleren om zelf het informatieproces in handen te nemen. Ieder lezer werd beschouwd als een potentieel correspondent. Vanuit dit netwerk ontstonden enkele regionale agentschappen in 1973 en 1974 : in Doornik, Luik en Charleroi. Deze initiatieven hielden het gewoonlijk niet lang vol. APL-B kreeg ook medewerking van groepen zoals R in Virton, Amnesty International, de RAL, Les Amis de la Nature, …en van journalisten. Bij APL-B wilde men berichten doorsturen als ‘information brute’, dus zonder vervorming of commentaar, en dat was nogmaals een afwijzing van de objectiviteit van de traditionele pers. Dat leidde tot een minder vlotte stijl. Het bulletin werd gevuld met artikels uit binnenlandse en buiten-landse alternatieve periodieken, de voorstelling van periodieken en boeken, een agenda van culture-le activiteiten in Brussel en Wallonië en natuurlijk de eigen reportages (‘information à la source’). Dat was zo arbeidsintensief dat men moest afstappen van het oorspronkelijk idee om van iedere interventie een campagne te maken. De meest behandelde onderwerpen waren stakin-gen, betogingen, buurtacties, repressie, pacifisme en problemen van migranten. Verspreiding: de abonnees waren zowel alternatieve organisaties als progressieve journalisten van de traditionele media zoals de RTB, en ook militanten die actief waren rond uiteenlopende thema’s zoals sociale strijd, mensenrechten, asielbeleid, feminisme, milieu, derde wereld… De ambitie was om op die manier invloed te hebben op de publieke opinie en steun te geven aan mensen die hun strijd op één of ander terrein wilden publiek maken. Het bulletin verscheen niet altijd even regelmatig, in het begin wekelijks, tijdens de beste periode midden jaren 1970 zelfs tweemaal per week of bijna dagelijks. APL-B kende eerst een korte militant-gauchistische periode (tot eind 1973) gevolgd door een meer alternatieve periode. Rond 1980 probeerde men de werking via subsidiëring wat te stabiliseren, maar vanaf 1983 begon de lange eindfase die 10 jaar zou duren. In die periode verspreidde APL-B de berichten via telefoon, of maakte dossiers. Het legde ook meer de nadruk op zijn functie van documentatiecentrum. Het laatste bulletin verscheen in 1991. In 1993 stopte het documentatiecentrum er ook mee. Tijdens de hoogdagen van APL, in de tweede helft van de jaren 1970, telde het maximaal 500 abonnees, de helft ervan in Brussel. Naast het bulletin en het documentatiecentrum - voor het publiek toegankelijk vanaf 1979 ontstond ook een fotodienst, werden animatie- en vormingsdagen georganiseerd (filmvertoningen, culturele boottocht, opleiding organisatie van persconferenties…), werd meegewerkt aan acties op het vlak van vrije meningsuiting (bijvoorbeeld de uitgave van ‘Marie-Claire censurée’), aan vrije radio’s (radio Alo) en aan een poging tot bundeling van alternatieve groepen (de ‘Etats généraux du mouvement associatif/alternatif’). Enkele van die activiteiten waren mogelijks geïnspireerd door de hoop op enige betoelaging. Theoretisch kon iedereen deel uitmaken van het collectief, maar in de praktijk bestond de groep die alles draaiende hield uit een kleine kern van maximaal 12 mensen, vooral studenten, werklozen, gewetensbezwaarden en mensen die op onregelmatige basis werkten, aangevuld met vrijwilligers. De hoop dat de lezers tijd zouden vinden om mee te helpen met de beslissing en de uitvoering van de taken bleek ongegrond. De medewerkers werden ook geacht om hun politieke voorkeur achterwege te houden (terwijl alle activiteiten van APL-B toch om politieke keuzes gingen) en zich te laten inspireren door waarden zoals gelijkheid, vrijheid, inspraak, vrije mening, participatie en autonomie. Alle medewerkers werden geacht alle taken te kunnen vervullen, zowel materiële als intellectuele. Die afwijzing van hiërarchie en specialisatie lukte niet altijd even goed. Zo bleek het niet voor iedereen even evident om alle taken op zich te nemen, en uiteraard voelden sommigen zich het manusje-van-alles en veronderstelden ze dat anderen zich eerder alleen met journalistiek wilden bezighouden. Dat journalistieke werk kreunde ook onder die rotatieregel, want er was geen opvolging van de verschillende sectoren. Ook het schipperen tussen gauchistisch taalgebruik en neutraliteit zorgde voor wrevel. Maar naast die kleine probleempjes stelde zich het probleem van het werken in een milieu waar er af en toe concurrentie was met groepjes die het niet begrepen hadden op de ‘basique’ werking van APLB , die eruit bestond om de mensen zelf hun verhaal te leren schrijven. Door die concurrentie kon APL-B niet altijd haar rol van ontmoetingsplaats van mensen en hun ideeën opnemen. In hoeverre APL-B in haar opzet geslaagd is, valt moeilijk te beantwoorden. Men heeft enerzijds de indruk dat de traditionele pers neerkeek op APL-B en er ook weinig gebruik van maakte, maar anderzijds hebben sommige journalisten van de RTB en zeker de alternatieve pers (Pour, Notre Temps, Hebdo, La Gauche, La Revue Nouvelle…) er enthousiast gebruik van gemaakt. APL-B is er zeker in geslaagd om een correspondentennetwerk uit te bouwen, een aantal thema’s op de agenda te plaatsen, het pluralistisch perspectief te behouden, en onafhankelijk te blijven. Al ging dit soms ten koste van de periodiciteit en de uitbouw van het bulletin. Minpunten waren de soms onjuiste informatie en een zeker triomfalisme. Als oorzaken voor het verdwijnen van APL-B kunnen opgesomd worden: het afhaken van verschillende medewerkers, de veranderende omgeving (crisis van het militantisme, neoliberalisme..) en ook het feit dat de traditionele pers meer informatie van onderuit begon te geven en ook de thema’s van de nieuwe sociale bewegingen aan bod liet komen.
***********
Het archief bevat ook een reeks kleinere archieven die ‘geërfd’ zijn door APL-B, hetzij omdat medewerkers die achterlieten, hetzij omdat APL-B haar intrek nam in het gebouw waar Jacques Delattre zijn archief over de Service d’Education Populaire, de Coopérative Culturelle en Liaison 20 had laten staan. Deze archieven werden apart beschreven, evenals het archief van Michel Veys toen hij actief was in diverse organisaties, zoals Solidarité Etudiants Etrangers, Comité Anderlechtois de Défense des Immigrés, Aide aux Personnes déplacées.
***********
Het Amsab-ISG ontving het omvangrijk archief van APL-B in depot in 1994.
***********
Zie ook: 378 Archief van Jacques Delattre