af012373: Wij zijn zo gemeen

Affiche van Jos Vanrillaer uitgegeven in 1985 voor een lieder- en poëzieavond ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de socialistische beweging. Afbeelding: tekening van betogers met een rode vlag die de schaduw van een reuzenfiguur vormen. Tekst recto: "WIJ ZIJN ZO GEMEEN" een a...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Reference code:af012373
By: Vanrillaer, Jos (ontwerper); Grafiek (drukker); Westra, Viona (verantwoordelijke uitgeefster)
Type: affiche
Date:1985
Tags: Add Tag

Reserveren

Description
Summary:Affiche van Jos Vanrillaer uitgegeven in 1985 voor een lieder- en poëzieavond ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de socialistische beweging. Afbeelding: tekening van betogers met een rode vlag die de schaduw van een reuzenfiguur vormen. Tekst recto: "WIJ ZIJN ZO GEMEEN" een avondvullend liederen- en poezieprogramma rond honderd jaar sociale strijd met Viona Westra, Jan Westra, Frank Vercruysse. tekening: joz vanrillaer. zeefdruk: grafiek vzw leuven. vu: v. westra, mastellestr. 45 3008 veltem beisem. (sic!) Tekst verso: arbeid. wij zijn zo gemeen. wij ploegen en wij zaaien, wij zijn zo gemeen te graven en te wroeten in d'aarde. wij maken van heide en woud om ons heen een rijke en vruchtbare gaarde wij weten het goed, we zijn zo gemeen en zullen het nimmer vergeten. wij kneden het brood en bakken het meteen, maar wij zijn te gemeen om 't te eten. wij dalen in de aarde, wij zijn zo gemeen tot de donkerste hoeken der mijnen. wij graven de schoonste, de kostbaarste steen die ooit in een kleinood mocht schijnen. wij vullen de kas als er geld wezen moet, niet zij die in overvloed zwemmen. wij zijn voor belasting betalen wel goed maar wij zijn te gemeen om te stemmen. wij zijn zo gemeen, o wij zijn zo gemeen toch mogen wij spinnen en weven. de warme gewaden, die koest'ren de leen van kleumende rijken omgeven. wij kennen ons armoe, wij kennen de vloek, wat helpt ons het jamm'ren en het klagen? wij mogen wel weven het kostelijke doek, maar wij zijn te gemeen om 't te dragen. wij zijn zo gemeen, o wij zijn zo gemeen doch als men de trommel gaat roeren dan mogen wij, armen, ter wapenplaats heen om 't zwaard voor de rijken te voeren. wij zijn zo gemeen, doch wij zijn het alleen wier leven de zege moet kopen. men acht om te vechten ons niet te gemeen... maar wel om de buit te belopen! (tekst: anoniem ca 1860 muziek: viona westra). werk is er meer dan genoeg. werk is er meer dan genoeg in ons land maar toch staan er duizenden werkers aan de kant de winsten omhoog en de mensen op straat maar dat nemen we nu niet en nooit, kameraad. refrein: we eisen werk en voeren samen strijd voor werk en werkgelegenheid. kom je van school, heb j'een vak aangeleerd toch ben je teveel, staan je handen soms verkeerd? een ander werkt jaren en staat plots op straat dat nemen we nu niet en nooit, kameraad. dus eenheid van aktie voor werk in ons land en eenheid van aktie voo goed loon in onze hand dus eenheid van aktie, geen mens meer op straat want dat nemen we nu niet en nooit, kameraad (tekst en muziek gemaakt naar aanleiding van de eerste jongerenmars). vrouwen. der vrouwen moed. buiten, in de heldre wereld vol bewegen weefden de mannen hun glanzende taak, zij vullen saam de uren tot een zege de ogen zagen op hen als op een baak. zij stonden in 't sterk licht, om hen 't rennen van vijanden en der vrienden krijgsgezang hoop wiekte rond op glanzend-groene pennen zij voelden haar suizen tegen hun wang. maar de vrouwen... hoe vulden zij de dagen? wat is er achter muren... wat is gechied in de holle nachten dat zij waak lagen... turend naar wat men in waaknachten ziet... maar de vrouwen, achter muren verscholen hoe heeft hun hart, hoe heeft hun hart geleefd? onrust brandde in hun vlees diepe holen zij hebben verdragen en niet gebeefd. nu staan zij, in 't blij einde van de zege als schuwe dieren na een lange jacht hun monden die lijdend zoveel leed verzwegen verraadt nu dat hij lijdend lacht. hun arme ogen zien zwart uitgebrande als vensters waar het vuur aan heeft geknaagd neem met zachte eerbied hun hete handen en zeg hun dat een morgen daagt... zeg hun dat de kind'ren die zij gaan baren de vrede brengen... dat hij zeker daalt, omdat de moeders dapper waren... omdat hun hart niet heeft gefaald... (henriette roland holst). vrede. herinneringen uit polen. in warschau zei een meisje dit: als je mij wilt strelen, zal ik me niet verzetten als je mij wilt kussen, zal ik dat toestaan ik zal je toestaan mijn borst te ontbloten maar weet wel dat de duitsers vader hebben neergeschoten en één van mijn broers verbrand in de oven. als je mij wilt strelen, zal ik me niet verzetten maar weet wel dat deze doden in mij brullen en ik geheel en al van as ben kus mij, maar vind mij niet bitter. in krakow zei een meisje dit: als je wil mag je mijn schouders omvatten als je wil mag je mijn borst strelen maar koop voor mij nooit kralen ik was dertien toen de duitsers moeder ophingen, in de straat, aan een boom. als je wilt kunnen wij de vistula overzwemmen maar zeg mij niet dat mijn hals blank is en mooi en koop voor mij nooit kralen (geo bogza, roemenie, 1948). mijn broer was vliegenier. mijn broer was vliegenier op een dag kreeg hij een kaart en hij vertrok met pak en zak zuidwaarts in volle vaart. mijn broer is een veroveraar het vaderland moet groter zijn meer levensruimte krijgen is bij ons een oud refrein. de ruimte die mijn broer veroverde ligt in het guadarrama-massief ze is een meter tachtig lang en anderhalve meter diep (bertolt brecht, vertaling van Stefaan van den Brempt). de oorlogsindustriëlen. wij industriëlen van bommen en gifgas zijn om onze standing en afkomst bekend wij hebben relaties met al wat voornaam is dank zij onze omzet en hoog dividend. voor ons gaan ministers kredieten bepleiten voor springstoffenaanmaak en duikbotenbouw voor ons is een leger van technische bollen en scheikundeproffen voortdurend in touw. temidden van krisis en wereldmalaise zijn onze fabrieken en werven in gang wij leveren moordtuig aan al wie 't bestellen en denken alleen aan ons brandkastbelang (e. dumon, belgië, 1930). Dit avondvullend liederen- en poëzieprogramma wordt gerealiseerd naar aanleiding van honderd jaar sociale strijd, honderd jaar socialistische beweging, en wordt u gebracht door Viona Westra en Jan Westra zang en voordracht en Frank Vercruysse Fender piano. Inlichtingen en boekingen: Viona Westra Mastellestraat 45, 3008 Veltem Beisem 016/48 07 38. (sic!)
Physical description:zeefdruk
papier
geheel: hoogte, 43 cm
geheel: breedte, 28 cm