af015016: De krekelput

Affiche van Frida Leroy uitgegeven in 1971 door Arca voor de toneelvoorstelling "De krekelput". Afbeelding recto: tekening van een put. Tekst recto: KELDER TEATER ARCA GENT HOOGPOORT 44 9000 GENT 17° SPEELJAAR 1971-1972. DE KREKELPUT ward ruyslinck. vanaf dinsdag 28 september 1971 elke din...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Reference code:af015016
By: Leroy, Frida (ontwerpster); Sint-Joris (drukker); Arca (uitgever)
Type: affiche
Date:1971
Subjects:
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!

Reserveren

Description
Summary:Affiche van Frida Leroy uitgegeven in 1971 door Arca voor de toneelvoorstelling "De krekelput". Afbeelding recto: tekening van een put. Tekst recto: KELDER TEATER ARCA GENT HOOGPOORT 44 9000 GENT 17° SPEELJAAR 1971-1972. DE KREKELPUT ward ruyslinck. vanaf dinsdag 28 september 1971 elke dinsdag-, vrijdag- en zaterdagavond om 20 u. 15. lokatie: elke dag van 10 tot 13 uur en één uur vóór elke voorstelling in het lokatiebureau van kelderteater arca, café arca, hoogpoort 44, 9000 gent. TELEFOON (09) 25.18.60. wereldkreatie. met: rita seerden, anton cogen en herman coertjens. regie: jo decaluwe. dekor: jo lannoy. design: frida leroy - druk sint-joris p.v.b.a. Afbeelding verso: portretfoto van Ward Ruyslinck; zwart-witfoto van mensen in een zaal. Tekst verso: kelderteater arca hoogpoort, 44, gent tel. 25.18.60 23.07.31. direktie: jo decaluwe, jean-pierre de decker. 28 september 1971. de krekelput van ward ruyslinck. wereldkreatie. met: rita seerden: martha, anton cogen: paul, herman coertjens: crazy. dekor: jo lannoy. dia's: jules vandevelde. design: frida leroy. geluid en belichting: mark van hecke. regie: jo decaluwe. bio-bibliografische noot. ward ruyslinck, geboren te berchem-antwerpen op 17 juni 1929, debuteerde in 1951 als dichter. zijn doorbraak als romanschrijver dateert van 1957 ("de ontaarde slapers"). is sinds 1953 verbonden aan het museum plantin-moretus (afdeling prentenkabinet) te antwerpen. woont sinds 1963 te pulle (antwerpse kempen). werd herhaaldelijk bekroond, o.a. met de prijs van de vlaamse provincieën, de prijs van de vlaamse lezer en de aug. beernaertprijs van de kon. vlaamse academie. werk van hem vertaald in het duits, engels, frans, deens, grieks, russisch, roemeens en pools. bibliografie: de ontaarde slapers, roman (1957); wierook en tranen, roman (1958); de madonna met de buil, verhalen (1959); het dal van hinnom, roman (1961); de stille zomer, novelle (1962); de oeroude vijver, verhalen (1963); het reservaat, roman (1964); de paardevleeseters, verhalen en hoorspel (1965); golden ophelia, roman (1966); het ledikant van lady cant, roman (1968); de karakoliërs, roman (1969); de apokatastasis, roman (1970); neozoïsch, parapoëtische montages (1971); de krekelput, toneel (1971). vragen aan ward ruyslinck. waarom heeft u er, in 1971, plots aan gedacht toneel te schrijven? dat kwam eigenlijk niet zo onverwacht. toen ik 18 jaar was, dus voor ik één letter proza op papier had gezet, had ik al toneel geschreven: vondeliaanse verzen, helemaal niet veel zaaks. na mijn prozaperiode ben ik weer toneel gaan schrijven omdat ik al enkele jaren met een idee rondliep dat ik probeerde in proza om te zetten en dat lukte niet. en dan dacht ik er plots aan dat het eigenlijk wel dramatische stof kon zijn. dat is eigenlijk de aanleiding geweest voor "de krekelput". bestaat er voor u geen moeilijkheid om zowel de ironie als het sociale engagement (zoals we die kennen van uw romans en verhalen) op het toneel een konkrete vorm te geven? ik geloof dat alle mogelijkheden bestaan om ook in het toneel de ironie en het sociaal engagement te laten meespelen. die twee elementen zitten misschien niet zo duidelijk in dit stuk maar ik geloof dat, voor zover ik in de toekomst nog toneel zou schrijven, ze daarin zeker een belangrijk aandeel kunnen vervullen. vanwaar haalt u het gegeven voor een verhaal, roman of toneelstuk? dat is vaak een merkwaardig proces dat ik zelf niet helemaal begrijp. meestal komt de idee voort uit een titel die mij toevallig invalt. ik herinner mij bijvoorbeeld mijn debuut: "de ontaarde slapers" is een titel waar ik omzeggens ben mee opgestaan. ik vond het een leuke titel en bleef er dagen, weken, maanden mee rondlopen. en dan opeens als in een flits komt heel het gegeven eruit los. het is blijkbaar een soort proces in het onderbewustzijn, alsof het hele gegeven al vooraf gekristaliseerd klaarzit. van het moment dat ik de titel heb en alles daaruit losgekomen is, zet ik mij aan het schrijven en dan heb ik er geen enkele moeite meer mee. hoe staan auteurs onderling tegenover elkaar? dat is een vraag die beter onbeantwoord zou blijven. en dat is ten slotte ook al een antwoord. ik ben een dichter, aan dit bedrog zal ik doodgaan, door mijn ogen zal ik boeten; soms zie ik dwars door alles heen, zoals nu, en wat ik zie geeft me een ondraaglijk gevoel van menselijke verlatenheid, want ik zie dat er in deze orde niets is waaruit de mens zich een groot en blijvend geluk kan maken. wie begrijpt iets van het leven? deze vreemde opeenhoping van waan en werkelijkheid zou men dat leven kunnen noemen? of moet men, wil men tot klaarheid komen en tot innerlijk vrede, onvoorwaardelijk kiezen tussen de waan en de werkelijkheid, zich ingraven in een van beide? uit "het reservaat" van ward ruyslinck. in ruyslincks jongste roman, "de apokatastasis", graven groll en ef een "hemelse put" om er "de afgewekenen in te smoren". hoe belangrijk de put-symboliek in de huidige evolutie van ruyslincks schrijverschap is blijkt misschien wel uit zijn toneeldebuut, dat door het arca-teater als openingsstuk van het seizoen 1971-72 gecreëerd wordt en waarin een oude, overtimmerde brandput in een bouwvallige schuur centraal staat. "de krekelput" is een poëtisch-symbolisch stuk, waarin zowel de crisis in de maatschappelijke verhoudingen (het generatieconflict) als de crisis in het seksueel bewustzijn op een gesublimeerde manier worden opgebouwd tot een dramatische werkelijkheid. crazy, een zonderlinge ietwat geëxalteerde jongeman, nevenprodukt van de "permissive society" en produkt van een ontwrichte familiale samenleving, valt bij het betreden van de schuur in de diepe put. paul en martha, een burgerpaar op middelbare leeftijd dat de schuur als toekomstig buitenverblijf heeft aangekocht, doen alle mogelijke pogingen om de jongen uit zijn benarde situatie te bevrijden. tussen crazy en de veel oudere martha ontstaat in afwachting van die bevrijding een wonderlijke, bijna irreële vorm van kommunikatie, die tot een verrassende ontknoping leidt. de "krekelput" van ruyslinck heeft, voor wie vertrouwd is met de freudiaanse symboliek, ongetwijfeld een erotische betekenis, maar daarnaast is hij ook het onmiskenbare symbool van de aliënatie, het geestelijk isolement van de gefrustreerde enkeling in onze door innerlijke en uiterlijke conflicten verscheurde wereld. het thema herinnert dan ook aan enkele belangrijke aktuele prozawerken van ward ruyslinck, zoals "de ontaarde slapers", "de stille zomer", "het reservaat" en "golden ophelia". volgende produktie: vanaf 16 november kreatie voor vlaanderen van koning ubu van alfred jarry. vertaling en dekor: jaak berwouts. regie: jacky tummers. met: anton cogen, arlette walgraef, dirk de batist, mark willems, johan bral, achiel van malderen, je decaluwe, andré roels, laurette muylaert.
Physical description:papier
geheel: hoogte, 59.5 cm
geheel: breedte, 30 cm