aft006554: Komt er oorlog?

Affiche uitgegeven in 1938 door de Belgische Werkliedenpartij (BWP) voor de gemeenteraadsverkiezingen in Niel. Tekst: Belgische Werkliedenpartij Afd. Niel. Gemeenteverkiezingen 1938. KOMT ER OORLOG? Medeburgers, Wij beleven angstige oogenblikken. Evenals in Aug. 1914 zien wij onze jongens, onze mann...

Full description

Saved in:
Bibliographic Details
Reference code:aft006554
By: Verheyen-Coomans & Zoon (drukker); BWP (uitgever); Van Linden, Jules (verantwoordelijke uitgever)
Type: affiche
Date:1938-1938
Subjects:
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!

Reserveren

Description
Summary:Affiche uitgegeven in 1938 door de Belgische Werkliedenpartij (BWP) voor de gemeenteraadsverkiezingen in Niel. Tekst: Belgische Werkliedenpartij Afd. Niel. Gemeenteverkiezingen 1938. KOMT ER OORLOG? Medeburgers, Wij beleven angstige oogenblikken. Evenals in Aug. 1914 zien wij onze jongens, onze mannen optrekken, wellicht om straks het ergste door te maken. Het leven van millioenen menschen hangt op dit oogenblik aan een zijden draad. En in deze tragische dagen van spanning worden in het binnenland de gemoederen nog meer opgehitst door een onverbiddelijken kiesstrijd, die niets ontziet; in deze uren van vreeselijke verwachting, nu de menschen in een sublieme opwelling van saamhoorigheid bij elkander steun en troost zouden moeten kunnen vinden; nu de gemeente één broederschap zou moeten vormen, de man tegen de vrouw, de broeder tegen den broeder, de arme tegen de meer begoede zouden moeten kunnen aanleunen, nu komt de haat, de logen, het bedrog, het laatste greintje hoop op medevoelen vernietigen. Voorwaar! de menschen hoeven niet fier te zijn op hun mensch zijn. Wij weten het. Er is een spreekwoord dat zegt: Wilt ge weten wie ge zijt, dan moet ge u kandidaat in de gemeenteverkiezing stellen. Doch aan dien haat, aan die bemoddering van elkander moet toch een grens zijn. Het heilige recht op leven, DAT toch niet het onderwerp mogen zijn waarop den kiesstrijd gevoerd wordt? Wij hebben medelijdend de wijze gadegeslagen waarop onze tegenstrevers hun kiesstrijd voeren. Wij hebben geglimlacht met hun «Wij stellen ons voor» en «Wij hebben de eer ons voor te stellen». Wij hebben de schouders opgehaald met hun herhaald «Zij vliegen er af» en «Zij moeten er af». Wij hebben gemoedelijk de vuile persoonlijke insinuaties op onze partijgenooten, de ongerijmdheden en bedrieglijke voorstelling van de feiten laten over ons hoofd gaan. Wij hebben zelfs ons verkneukeld in hun geknoei en hun gelammenteer over onderwijzers die in diezelfde scholen staan die zij zoo zeer bekampen. Dat alles was niet bij machte ons uit ons goed humeur te brengen; wij verwachten ons aan dien modder, en wij verwachten ons aan nog meer. Maar bij het lezen van het manifest «Komt er oorlog», rondgedragen door den Vee en Veeër Boey zelf, toen hebben wij, wij willen het wel erkennen, van verontwaardiging gesidderd. Vuil MAG men ons toewerpen; ons bevechten is hun recht! Maar dat in deze dramatische oogenblikken, in deze vreeselijke uren van spanning, nu de bevolking in groepen de feiten van den dag, het oproepen harer jongens, en de mogelijkheden bespreekt die uit dit alles kunnen voortspruiten, NU, OP DAT ZELFDE UUR, draagt Boey een manifest uit, waarin de Socialisten beschuldigd worden de aanstokers van den oorlog, de aanhitsers tot internationale bloedbaden te zijn! En dat doet hij! HIJ! Boey! Dat doet die Vee en Veeër, de man van die partij die hare bevelen gaat halen in Duitschland! Van die partij die haren leider naar Nuerenberg zendt, naar de congressen der Nazis! Dat doet de man van die partij die evenals in Duitschland en Italië, de strijd voert tegen joden en katholieken! Die het bloedbad aan het voorbereiden zijn waarin gansch Europa één groot slagveld moet zijn en zou ten ondergaan. Schande over U, Boey! In dat monstermanifest, «Komt er oorlog», - niet door U geschreven maar door uw Furer – begaat men zelfs, gedreven door Socialisten haat, de groote domheid de ooren van den ezel waarachter gij balkt, bloot te maken, waar er gezegd wordt: Tjeko-Slovakije is een onmogelijk staat, een monsterstaat. Een staat dus die niet kan, niet mag bestaan, een staat, zegt dat manifest, van onbetwistbaar Duitsch belang. Ja, wat willen de Tcheken dan zeggen, dat ze zich slachtofferen als Kristus voor den Vrede! De Furer heeft gesproken. dus Tjeks-Slowakije moet er aan. En dat wordt geschreven door diezelfde mannen die zich nu beroepen op 30.000 Vlaamsche Dooden. Die nu ook roepen: Vrede, geen oorlog meer! Gij maakt van den bestolene den dief, bespot het slachtoffer, voert de taal van Duce en Furer, en één zaak verwondert ons slechts: dat gij niet herhaalt wat den Duce in een zijner aan waanzin grenzende redens uitriep: Tjeko-Slowakije doet ons denken aan een endeldarm of een wordt. Dat is Nazi taal. Dat is Vee en Veetaal. Gij beroept U op de Koninklijke woorden: Wij moeten geen oorlog winnen, wij moeten een oorlog vermijden. Maar gij zegt niet Boey, dat het onze partijgenoot Spaak is geweest wiens eerste daad als Minister van Buitenlandsche Zaken was: het Fransch-Belgisch militair akkoord op te zeggen. Dat zegt ge niet, waarom? Om de ellende van het oogenblik uit te kunnen buiten, het oproepen onzer jongelingen, onzer mannen, op den nek te schuiven van ons, socialisten, die NOOIT hebben opgehouden, NOOIT verstaat gij dat Boey, voor den vrede te kampen. Van ons die altijd hebben gewezen op de gevaren van de Vredestraktaten van Versailles die in zich de kiemen van een nieuwe oorlog droegen. Van ons die altijd en overal het recht op leven van ieder mensch, ook dat van U Boey, al zijt gij slechts een Vee en Veeër, hebben bezworen. BOEY, FOEI! Katholieke Medeburgers, De grootste meerderheid onder U walgen van zulke Nazistreken. De groote meerderheid van U verfoeien een regime waar de Furer beveelt en de massa buigt. Gij verafschuwt de methoden van concentratiekampen waar men doodgemarteld wordt. Uw godsdienstige overtuiging komt in verzet tegen een bewind van verdrukking en kastratie, van uniformen en paradepas. Zult gij, katholieken, overtuigde kristenen, uw stem uitbrengen (als wij het geluk hebben tot 9 Oktober buiten alle konflikten te blijven), zult gij kiezen voor een lijst waarop zulke kerels eene eereplaats bekleeden? Neen! Duizendmaal neen! Dat zult gij nooit! Wij socialisten, wij vloeken den oorlog als menschenmoord. Wij socialisten, al zijn wij arbeiders, wij zijn fier op ons verleden. Wij zijn geen politiekers uit de bewaarschool, maar vrije, eerlijke, noestige werkers die onze krachten veil hebben voor ons schoone Niel. Geen concentratiekampen en geen concentreerders op het gemeentehuis. Leve de Socialistische meerderheid! Katholieke arbeiders, middenstanders, boeren intelectueelen, gij zult stemmen onder nummer 2. Met onze kandidaten NAAR DE OVERWINNING! ClaessenS Edward Frans, Wijn HuberT Augustijn, CorbeEl Constant M.A., Van Reeth Karel KaMiel, Van Dyck ConstanT, Verstrepen Jules Vitalis, Bridts Karel AlfOns, Spiessens Pieter AlfOns, Wenselaers FRans, Tersago Kamiel Frans, Coeck Fred. LodeWijk, Van Hoof MariE Louiza, De Jonghe LodEwijk. Stemt onder nummer 2. Verantwoordelijke Uitgever Jules Van Linden, Antw.str. 52, Niel. Druk Verheyen-Coomans & Zoon, St Hubertusplein, 18, Niel.
Physical description:papier
geheel: hoogte, 40 cm
geheel: breedte, 30.5 cm